Na een volle dag Rutte-watching weet ik het zeker: van die man zijn we nog lang niet af. Bij de Algemene Politieke Beschouwingen, ‘het belangrijkste debat van het jaar’, stond de premier erbij alsof hij werd ondervraagd in Jeugdcentrum De Waterkant: innemende glimlach, een luisterend oor, eindeloos geduldig en op zijn tijd een grap. Zijn zelfvertrouwen is na de harde klappen van afgelopen voorjaar en zomer weer helemaal hersteld. De oproepen van de oppositie om zich eens flink te gaan schamen hadden geen effect, het verwijt van arrogantie pareerde hij met een verleidelijke glimlach richting Lilianne Ploumen.
Klaver, Ploumen, Marijnissen, Ouwehand, allemaal liepen ze zich verontwaardigd te pletter op Ruttes enorm goede humeur en zijn bereidheid om eindeloos te herhalen dat het kabinet goed luisterde naar de Kamer, dat helaas niet elk verzoek kon worden gehonoreerd vanwege het staatsrecht, maar dat hij altijd de bereidheid had om er nog eens over te praten en de argumenten te doordenken om bij elkaar te komen.
Tegen zo veel goedertierenheid was geen verweer mogelijk. Bovendien kregen ze in de zorg eindelijk een loonsverhoging en werd de verhuurderheffing afgeschaft. Was deze verbinder pur sang de man die de formatie al een half jaar blokkeerde?
De aanvallen van Wilders brachten Rutte al helemaal niet van zijn stuk; Wilders begint een komisch intermezzo te worden. Ook hij lag na de zoveelste zinloze stormloop op Rutte groggy op de grond.
Ruttes geheim is zijn grote flexibiliteit. Opeens is hij voor een sterke staat, die de tot voor kort heilige vrije markt in toom moet houden. Het spectaculairst is zijn bekering tot klimaatactivist. Na zijn toelichting op de klimaatplannen van het kabinet (‘de derde grote verbouwing van dit land sinds WO II’) werd het Wilders te veel. ‘De premier is gehersenspoeld!’, zei hij. ‘Hij voert de klimaatgekkigheid van GroenLinks uit.’ Ook daardoor liet Rutte zich niet van de wijs brengen. Hij wekte sterk de indruk dat hij zelf een proces tegen de staat zou zijn begonnen, als Urgenda hem niet was voor geweest.
‘Schiphol ligt 4 meter onder de zeespiegel!’, riep hij. ‘Als we niks doen, is Nederland verloren!’
Rutte wil olympisch kampioen klimaataanpak worden en van Nederland de modernste en duurzaamste economie ter wereld maken. Dat klinkt goed. Hier stond een man met een missie, die Den Haag al met gerenoveerd Binnenhof en al in de golven zag verdwijnen en die het achteloos had over de ‘groene-waterstof-backbone’, alsof hij er thuis al eentje had laten installeren.
Rutte had vernomen dat in 2030 anderhalf tot twee miljoen mensen werkzaam zouden zijn in de klimaatindustrie. Hij begon een beetje glazig te kijken en opeens had ik het door: hij zag zichzelf als degene die leiding moest geven aan die transitie. Zelfs toen hij 2050 noemde (Nederland klimaatneutraal), leek hij niet uit te sluiten tegen die tijd nog aan het roer te staan als de groenste premier ooit, de transitiekoning , de Redder des Vaderlands (83).
Het was een visioen. Hij is nu elf jaar premier, maar die jaren waren niet meer dan een aanloop naar het grote werk. Mark Rutte maakt zich gereed, de toekomst is te ingewikkeld om aan lichtgewichten over te laten. Een historische taak en een standbeeld op het Plein wenken.
Blijmoedig begon hij aan de beantwoording van een vraag van Kamerlid Van der Plas over de bouw van een nieuwe stad in de Oostvaardersplassen, waarmee in één keer de woningnood zou zijn opgelost.
‘Dat zal niet gaan’, zei Mark Rutte vastberaden.
See omnystudio.com/listener for privacy information.