In de jaren ’80 en ’90 had je lange tijd maar één extreemrechts Kamerlid: drs Hans Janmaat. Tweede-Kamervoorzitter Wim Deetman slaagde er meestal goed in, te voorkomen dat een vergadering uit de hand liep. Zodra Janmaat naar de microfoon beende, pakte Deetman de voorzittershamer, klaar om – als het echt moest - af te hameren. Het effect was meestal dat hij zich gedeisd hield.
Als Janmaat het spreekgestoelte betrad, was Deetman extra alert, want de voorzitter was vaak het enige andere nog aanwezige Kamerlid. De overige leden hadden uit protest de zaal verlaten. Janmaat deed racistische uitspraken of beledigde collega’s. Alleen de voorzitter kon hem nog van repliek dienen.
Geert Wilders is niet bang voor de hamer. Het kan hem niets schelen wat de voorzitter doet, zolang zijn strapatsen maar doorkomen bij het publiek. Bovendien kent hij als langstzittend Kamerlid het reglement van orde uit het hoofd. Hij weet precies hoe ver hij te ver kan gaan.
Bovendien weet hij dat Kamervoorzitters doorgaans zéér terughoudend zijn. In de Kamer moet in principe alles gezegd kunnen worden, een Kamerlid kan voor wat hij in de plenaire zaal zegt ook niet vervolgd worden.
Daar staat tegenover wat het reglement van orde zegt: ‘Ieder lid gedraagt zich in de vergadering op een wijze die getuigt van onderling respect, en die geen afbreuk doet aan de waardigheid van de Kamer.’ Het lompe en racistische optreden van Wilders deze week was hiermee flagrant in strijd.
In de tijd van Kamervoorzitter Gerdi Verbeet was toenmalig D66-leider Alexander Pechtold lange tijd de enige die zich tegen Wilders verzette. Verbeet voelde zich vaak alleen: zij moest de kastanjes uit het vuur halen. Nadat ze gesprekken voerde met alle fractievoorzitters ging het beter.
Toen onlangs FvD’ers en PVV’ers zwaar over de schreef gingen door collega-Kamerleden in het vooruitzicht te stellen dat ze ooit voor hun daden voor een tribunaal zouden moeten verschijnen, kondigde ook voorzitter Vera Bergkamp gesprekken aan met alle fractieleiders. Die bleken daartoe bereid, op één na: Geert Wilders.
Een Kamervoorzitter moet zich gesteund weten. Maar een voorzitter moet ook zelf durven optreden als de waardigheid van de Kamer en de veiligheid in het geding is. In het debat deze week ontbrak het daaraan. Fractievoorzitters maanden Bergkamp terecht strenger te zijn. Zelfs Jan Paternotte van haar eigen partij, D66, liet zich hierbij – nota bene op de dag van zijn debuut als fractievoorzitter – niet onbetuigd.
In een interview eind december noemde Bergkamp zichzelf een scheidsrechter. Terecht - een Kamervoorzitter kan ingrijpen in het spel. Het reglement biedt haar een rode kaart. Als een Kamerlid veel te ver gaat, kan de voorzitter hem het woord ontnemen. De amokmaker mag voor de rest van de dag niet meer deelnemen aan de vergadering.
Kamervoorzitters zijn traditioneel huiverig om die ultieme daad te stellen. Dat is begrijpelijk. Het gebeurde voor het laatst vóór de Tweede Wereldoorlog. Maar het moment waarop dit toch een keer moet plaatsvinden is – vrees ik – heel dichtbij gekomen. En een voorzitter die dit weloverwogen doet, schept helderheid en dwingt daarmee respect af.
Over Jaap Jansen
Politiek commentator Jaap Jansen in de wandelgangen van de macht. Luister live donderdagochtend om 06:25 in De Ochtendspits of wanneer je wilt via bnr.nl/jaap-jansen, Apple Podcast of Spotify.
See omnystudio.com/listener for privacy information.