Leven in een ijstijd, de geboorte van ons landschap
Misschien hebben we ooit wel meegekregen dat ijstijden onze omgeving gevormd hebben. Maar dat we nog steeds leven in een ijstijdvak is minder bekend. Die aanduiding geldt namelijk zolang er ijskappen op de polen zijn. Sinds ruim 2.5 miljoen jaar is dat het geval. In het kwartair, zoals we deze periode die dus voortduurt tot op de dag van vandaag waren er veel ijstijden, tijden waarin ijskappen zich vanuit de poolgebieden uitbreidden en de zeewaterstand daalde. Deze koude perioden of glacialen worden afgewisseld door warmere perioden of interglacialen en we leven nu in zo’n warme periode, sinds 11700 jaar, het holoceen.
Ons huidige landschap is vrijwel geheel gevormd door de drie daar aan voorafgaande ijstijden. In het Elsterien, van 475000 tot 410000 jaar voor de jaartelling, kwam het ijs tot een lijn van Den Helder tot aan Stadskanaal. In het Saalien, 370000 tot 130000 jaar geleden, kwam het ijs een stuk verder, tot halverwege ons land. Bovendien ontstonden stuwwallen, zoals op de Veluwe, en ontstond een 70 km lange ene tot wel 30 meter hoge zand en keileem-rug, van Schoonebeek tot aan de grote markt van Groningen, de Hondsrug, met een paar parallelle ruggen. De parallelle zand/keileemruggen van het Hondsrugsysteem zijn na nieuwe inzicht ontstaan in de laatste fase van het Saalien. Grote hoeveelheden afsmeltend ijswater vormden zogenoemde “megaflutes” met een afvoer van meer dan 1.000.000 m3 per seconde.
De ruggen in het Hondsrugsystem zijn dus hoogstwaarschijnlijk zogenoemde “Megaribbels“ uit de meegevoerde zand, leem en puinmassa’s. Tussenin werd de grond uitgeslepen door smeltwater kanalen, die we nu nog terug zien in de Drentse Aa en het Peizerdiep. Dit hele unieke systeem is ook in de volgende ijstijd blijven bestaan en vormt nu het enige Geopark van Nederland.
In die volgende en laatste ijstijd, het Weichselien, 115000 tot 11700 jaar geleden, bereikte het ijs Nederland niet meer. Wel was het was de grond bevroren, en was Nederland een ijzige en winderige poolwoestijn met veel zandverstuivingen.
De grootte hoeveelheden aan materiaal die in de ijstijden zijn afgezet zijn alleen te begrijpen als men zich de geweld van de gletsjers tijden de ijstijden in herinnering roept. In sommige gebieden in Scandinavië waren de gletsjers meerdere kilometers dik, hier bij ons nog steeds 300-1000meter. Er was zoveel water in ijs gebonden, dat de zeespiegel 90m lager lag dan nu. Dit gewicht samen met het stromen van het ijs liet sporen in de landschap achter. Ook het schommelen van de temperaturen tijdens deze lange tijd van smelten en weer vriezen bevorderde de erosie van gesteentes. Keien werden door het ijs meegenomen en bleven bij het afsmelten van het ijs terug. Deze zwerfstenen vertellen een spannend verhaal en zijn nu getuigen van een tijd die ons land in grootte mate gevormd heeft. (Met dank aan BJW)
Wordt nu lid van onze gratis nieuwsbrief www.mennoenerwin.nl