Niet voor iedereen is een kinderwens makkelijk vorm te geven. Zeker als je niet samen een kind kunt krijgen of als je als vrouw alleen een kind wil krijgen. Dan heb je een zaaddonor nodig. Sinds 2004 mogen donoren in Nederland niet meer anoniem doneren. Dat betekent dat kinderen, als ze daar behoefte aan hebben, na hun 16e gegevens van hun donor kunnen opvragen en contact kunnen zoeken.
Hoe kunnen wensouders én donorkinderen goed begeleid worden?
Dat bespreekt Ruben van Haften met Anne Schrijvers.
Zij doet onderzoek naar de psychosociale begeleiding van mensen die zwanger willen worden, of zwanger zijn geworden, na een behandeling met donorsperma. En vorige maand is ze gepromoveerd op dit onderzoek.
Maar ze is niet alleen wetenschapper. Ze werkt ook als counselor bij het centrum van voortplantingsgeneeskunde in het Amsterdam UMC. En alsof dat nog niet genoeg is, maakte ze samen met haar collega Marja Visser het prentenboek ‘Een bijzonder gewoon gezin’. Om ouders te helpen om hun kind over de donor te vertellen.