Show notes
Na de wapenstilstand in de Amerikaans-Chinese handelsoorlog, die Donald Trump en Xi Jinping overeenkwamen, wordt het steeds duidelijker dat Xi de winnaar is. Of Trump het helemaal door heeft is niet duidelijk, maar het is Xi die de spelregels bepaalt. Trump denkt dat hij heeft gewonnen omdat hij een heffing van 47 procent op Chinese producten handhaaft, en omdat China de stopzetting van de levering van zeldzame aardmetalen een jaartje heeft uitgesteld. Voor een tansactionele leider als Trump is dat een goed resultaat.
Xi ziet de overeenkomst met Trump niet als een verdrag maar hooguit als een nuttig gesprek. De kou is een beetje uit de lucht en dat heeft de schijn van wat Chinezen heel belangrijk vinden: harmonie. In werkelijkheid was de ontmoeting een nieuwe bouwsteen in de strategie waaraan China al 20 jaar werkt, dus die al begon onder Xi’s voorganger Hu Jintao. Die strategie komt erop neer dat China ernaar streeft een geheel op zichzelf staande economie te worden.
In een uitstekende analyse in de New York Times wordt het beeld geschetst van een land dat de economische zelfstandigheid op alle fronten bevecht. Lang niet alle Chinese producten kunnen zich kwalitatief meten met westerse, maar dan moet de burger maar genoegen nemen met een tandje lager. En voor steeds meer producten geldt het omgekeerde: die doen kwalitatief inmiddels niet meer onder voor de westerse concurrentie, en zijn vaak zelfs beter. De auto-industrie is een lichtend voorbeeld. Het gevecht van westerse merken om hun positie op de Chinese markt te behouden is een verloren strijd.
Chinezen hebben geduld – ze zijn er tenslotte al twintig jaar mee bezig – maar het doel is de import tot een absoluut minimum te reduceren, terwijl hun producten of grondstoffen voor het Westen onmisbaar zijn. Zoals farmaceutische producten, accu’s, zonnepanelen, elektronica, aardmetalen. Er zijn twee producten waarvan de Chinezen zelf zeggen nog stevig achter te lopen: hoogwaardige halfgeleiders en vliegtuigonderdelen. Maar ook die kloof zijn ze van plan te overbruggen, en ze nemen er alle tijd voor.
Wat voor de Verenigde Staten geldt, geldt ook voor Europa. De moraal van het verhaal: wij, in Nederland, en in de Europese Unie zijn voortdurend aan het schaven en vijlen aan een Chinapolitiek, die is gebaseerd op het verminderen van de import, en dus de afhankelijkheid. Waar we niet bij stilstaan is wat er gebeurt als China wegvalt als exportbestemming. Hebben we daar een strategie voor? Die wil de nieuwe Tweede Kamer dan vast graag eens zien.
See omnystudio.com/listener for privacy information.