De nieuwe DJI Neo drone is niet de beste of duurste drone van het Chinese techbedrijf, maar wel de goedkoopste, kleinste en lichtste drone die je van het merk kan krijgen. Voor 199 euro krijg je een drone, met batterij, maar zonder controller. Toch kun je daar al erg veel mee.
Techredacteur Stijn Goossens vertelt erover tijdens de Ochtendspits aan Iwan Verrips en Nina van den Dungen.
De DJI Neo is zonder controller te besturen, direct uit de doos. Hij stijgt op vanaf je hand en kan je in beeld houden. Dat doet hij zonder extra sensoren, dus de propellor-bescherming helpt als de drone per ongeluk ergens tegen aan vliegt.
De drone filmt in 4K en maakt 12 megapixel foto's. De sensor is niet zo uitgebreid, dus in de drone is vooral bij goed licht te gebruiken. De smartphone-app kan gebruikt worden om de drone tot 50 meter handmatig te besturen. In die app kun je diverse instellingen aanpassen en zelfs de microfoon van de telefoon gebruiken. Dan wordt het gezoem van de drone eruit gefilterd. Dat klinkt verrassend goed.
Tot slot is er de Fly More-combo voor 349 euro. Je krijgt dan extra propellors, twee batterijen en een oplaadcase, én een controller. Die controller kan de drone tot 10 kilometer ver bereiken. In realiteit zal je dat nooit doen, want de drone kan maximaal 15 minuten in de lucht blijven.
Door het lichte gewicht is hij niet handig bij windvlagen, maar juist wel weer voor gebruik binnen. Ook de FPV-bril kan gebruikt worden voor het besturen van de drone, waardoor de Neo ook voor ervaren dronepiloten een interessante extra 'snelle drone' kan zijn.
Luister voor de hele review naar deze podcast!
See omnystudio.com/listener for privacy information.