Hoe herken je het volgende wielertalent? Deep Dive over het promotie-onderzoek van Dr. Jens Voet

Show notes
Dit is een bonus aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over:
Hoe herken je het volgende wielertalent? Deep Dive over het promotie-onderzoek van Dr. Jens Voet
INLEIDING:
De Tour de France is in volle gang en seizoen 11 van de podcast zit erop. Maar we laten je niet zonder inspiratie achter! In deze extra lange bonusaflevering duiken we diep in het onderwerp talentontwikkeling in het wielrennen.
Samen met bewegingswetenschapper én wielercoach Jens Voet bespreken we zijn promotieonderzoek aan de VU Amsterdam. Wat maakt een jonge renner écht klaar voor het profpeloton? Welke rol speelt vermoeidheid in het onderscheiden van talent? En waarom is het zo lastig om de volgende Pogacar of Van der Poel vroeg te herkennen?
Voor iedereen die wielrennen volgt met een wetenschappelijke bril, of gewoon wil weten wat er schuilgaat achter het succes van de toppers in de Tour, is dit een fascinerend gesprek.
Luister nu, tijdens je vakantierit of luie middag in de zon.
Vragen die in deze aflevering worden beantwoord:
1. Wie is Jens Voet?
Jens Voet is bewegingswetenschapper, wielercoach en vers gepromoveerd onderzoeker aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Op 6 mei 2025 verdedigde hij zijn proefschrift Gearing up for greatness, waarin hij zich boog over talentherkenning en -ontwikkeling in het professionele wielrennen.
Zelf begon hij als jonge renner bij ZRTC Theo Middelkamp, maar inmiddels is hij actief als coach en performance-analist bij de U23-ploeg van het Zwitserse Tudor Pro Cycling Team. Eerder werkte hij onder meer als trainer bij Metec en liep hij stage bij het toenmalige Team Sunweb. Jens combineert wetenschappelijke inzichten met praktijkervaring uit het peloton, en is daarmee een unieke stem in het debat over wat een wielertalent écht succesvol maakt.
2. Wat maakt iemand een écht wielertalent, volgens het onderzoek van Jens?
Volgens Jens Voet is het niet het piekvermogen of de sprintkracht dat het verschil maakt tussen talent en top. Wat wél het verschil maakt, is het vermogen om onder vermoeidheid hoge prestaties te blijven leveren – wat hij “durability” noemt.
Veel jonge renners kunnen indrukwekkende waardes trappen in een test of wedstrijd van 20 minuten. Maar pas na een uur volle bak koers, wanneer vermoeidheid intreedt, zie je wie echt boven komt drijven. Toppers kunnen dan nog steeds diep gaan en herstellen, waar anderen terugvallen. Talentherkenning vraagt dus om andere meetmomenten en een andere bril.
3. Waarom is het zo moeilijk om toekomstig wielertalent vroeg te herkennen?
Een van de grote problemen in talentherkenning is het onderscheid tussen “early bloomers” en duurzame talenten. Jens laat zien dat veel jonge renners die opvallen in de jeugd door fysieke voorsprong, bijvoorbeeld omdat ze eerder in de puberteit zijn, later niet per se doorstromen naar het profniveau.
Andersom geldt dat laatbloeiers vaak onterecht worden overgeslagen. Omdat traditionele selectiemomenten (zoals nationale kampioenschappen) kortdurend zijn en piekprestaties belonen, missen we vaak de taaie, duurzame talenten die in het echte werk tot bloei zouden komen.
4. Wat betekent dit voor talentontwikkeling in het wielrennen?
De bevindingen van Jens vragen om een fundamentele herziening van hoe we met talenten omgaan. Selectiecriteria zouden minder moeten draaien om momentopnames, en meer om ontwikkeling over tijd.
Ook herstelvermogen en mentale weerbaarheid zouden een grotere rol moeten spelen in de beoordeling. Jens pleit niet voor een compleet andere aanpak, maar wel voor meer nuance: laat jonge renners zich op verschillende...