Podric logo
Podcast
Slimmer Presteren Podcast

Slimmer Presteren Podcast

Gerrit Heijkoop en Jurgen van Teeffelen

Over sport, onderzoek en innovatie. Jouw wekelijkse kop koffie met wetenschapsjournalist Jurgen van Teeffelen en middle-aged-man-in-lycra Gerrit Heijkoop. Voor mensen die hun grenzen willen verleggen, maar daarbij de grens tussen 'onzin' en 'zinvol' niet uit het oog willen verliezen.

Lees meer
Afleveringen
Podcast: De lange, rustige duurtraining: hoe zinvol is die eigenlijk?

De lange, rustige duurtraining: hoe zinvol is die eigenlijk?

Dit is de 238e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over:De lange, rustige duurtraining: hoe zinvol is die eigenlijk?INLEIDING:Iedereen lijkt er heilig van overtuigd: de lange, rustige duurtraining is dé sleutel tot succes. Fitfluencers noemen het zone 2 en ook topsporters hebben er stapels van in hun schema.Maar hoeveel zin heeft die rustige duurtraining echt?Word je er daadwerkelijk beter van, of voelt het vooral alsof je goed bezig bent?In de aflevering van deze week zoeken Gerrit, Jurgen en Guido Vroemen het uit. Waarom zweren topsporters erbij, maar kunnen recreanten er juist niet blind op vertrouwen?Vragen die in deze aflevering worden beantwoord: 1. Wat is het nut van een lange duurtraining voor sporters?Volgens Guido Vroemen vormt de lange duurtraining de basis voor volume zonder dat je lichaam voortdurend overbelast raakt. Het helpt je aerobe capaciteit opbouwen, bevordert herstel en draagt bij aan je uithoudingsvermogen. Voor topsporters die twintig tot dertig uur per week trainen is dit onmisbaar. Voor recreanten is het waardevol, maar vooral als aanvulling op intensieve blokken, niet als hoofdmoot.2. Waarom trainen topsporters pyramidaal in plaats van gepolariseerd?Onderzoek laat zien dat elites het grootste deel van hun trainingen rustig doen, een kleiner deel rond de drempel en een klein percentage hoogintensief. Omdat ze zo veel uren maken, is dat kleine percentage intensief alsnog een flinke hoeveelheid. Een Spaanse studie van 120.000 marathonlopers bevestigt dit beeld: de snelste lopers besteden veel tijd aan rustige duurtraining, maar combineren dit altijd met intensieve sessies.3. Wat zegt de hype rond zone 2 training over sportprestaties?Coach Iñigo San Millán maakte zone 2 populair door zijn werk met Tadej Pogačar. Maar wat vaak vergeten wordt: ook bij Pogačar is zone 2 absoluut nog steeds een flinke inspanning, omdat hij dit vaak vijf uur lang volhoudt. Zijn vermogen, zuurstofverbruik en energieverbranding liggen hoog, de hele fysiologische keten is actief, ook al registreert zijn hartslag de inspanning als relatief laag. Voor recreanten is dat effect veel minder.4. Is zone 2 superieur aan andere trainingszones?Nee. Hoewel rustige duurtraining nuttig is voor basisuithouding, is zone 2 niet superieur aan zone 3. Integendeel, wat intensievere trainingen leveren vaak meer prikkel voor mitochondriën, hart en spieren. Voor wie weinig tijd heeft, zijn interval en tempo effectiever dan lange rustige kilometers. Het is dus belangrijk om de hype te relativeren en te zoeken naar balans.5. Wat zijn veelgemaakte fouten van recreatieve sporters met weinig tijd?Guido benadrukt dat veel recreanten te veel vertrouwen op “lekker rustige” duurloopjes of duurritjes. Die voelen productief, maar geven weinig adaptatie. Als je weinig tijd hebt, moet je juist de intensieve blokken prioriteit geven. Een training overslaan mag niet betekenen dat je interval of tempo laat vallen. Andersom levert een extra rustige duurtraining zelden echte vooruitgang op.6. Wat betekent durability en waarom is het belangrijk?Durability gaat over de mate waarin je prestatievermogen overeind blijft na urenlange belasting. Het draait niet alleen om energie, maar ook om mentale frisheid en blessurebestendigheid. Lange duurtraining kan hieraan bijdragen, omdat je leert efficiënt te blijven presteren ondanks vermoeidheid. In aflevering 234 werd dit onderwerp uitgebreid besproken: veerkracht na twee uur inspanning blijkt cruciaal, zeker bij lange wedstrijden.Handige bronnen en links:Artikel van Jurgen in Sportgericht: moet nog uitkomen. Zal
Podcast: Slimmer presteren met kennis van je spiervezeltype, met Special Guest Eline Lievens

Slimmer presteren met kennis van je spiervezeltype, met Special Guest Eline Lievens

Dit is de 237e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over:Slimmer presteren met kennis van je spiervezeltype, met Special Guest Eline LievensINLEIDING:Sommige sporters lijken gemaakt voor lange afstanden, anderen voor pure explosiviteit. Het verschil zit vaak in hun spiervezeltype. Maar hoe ontdek je wat jouw spieren je vertellen, en hoe gebruik je dat slim in training en herstel?In de aflevering van deze week spreken Gerrit en Jurgen met spierexpert Eline Lievens van de Universiteit Gent. Zij laat zien hoe een moderne test jouw spiervezeltypes zichtbaar maakt zonder pijnlijke biopten. En vooral: wat je er als sporter mee kunt, van betere trainingskeuzes tot gerichter herstel.Wil jij weten of jouw spieren meer op een jachtluipaard of een albatros lijken? Luister mee en ontdek hoe inzicht in je spiervezeltype jou kan helpen slimmer te presteren.Vragen die in deze aflevering worden beantwoord: 1. Wat zijn spiervezeltypes en waarom zijn ze relevant voor sport?Volgens Eline Lievens bestaat elke spier uit een mix van trage en snelle vezels. Trage vezels zijn efficiënt en volhardend, snelle vezels zorgen voor explosieve kracht. De verhouding bepaalt deels of iemand aanleg heeft voor duur- of krachtsport. Voor sporters en coaches is inzicht hierin waardevol, omdat het verklaart waarom trainingsrespons en herstel per individu zo sterk kunnen verschillen.2. Hoe werkt een moderne spiervezeltype test zonder biopt?Eline ontwikkelde samen met haar team in Gent een niet-invasieve MRI-techniek waarbij de stof carnosine in spieren wordt gemeten. Carnosine komt vaker voor in snelle vezels en geeft zo een betrouwbaar beeld van de verdeling. Deze methode vervangt het pijnlijke spierbiopt en wordt inmiddels toegepast door topsportclubs als Manchester United en de Belgische wielerbond. Ook in Nederland zijn veldtesten ontwikkeld om dit inzicht praktisch te benutten.3. Wat kan een sporter met de kennis van zijn spiervezeltype?Eline benadrukt dat kennis van je spiervezeltype helpt om training en herstel beter af te stemmen. Sporters met veel trage vezels kunnen doorgaans meer volume en frequentie aan, terwijl snelle vezeltypes gevoeliger zijn voor overbelasting en beter gedijen bij intensieve maar kortere prikkels. Dit inzicht helpt zowel individuele sporters als coaches in teamsporten om programma’s te personaliseren.4. In hoeverre kun je je spiervezeltype trainen of veranderen?Onderzoek laat zien dat de verdeling tussen trage en snelle vezels grotendeels genetisch bepaald is en stabiel blijft. Wel kan training zorgen voor subtiele verschuivingen tussen subtypes, zoals van snelle IIx naar IIa vezels. Volgens Eline is het vooral zaak om je trainingen af te stemmen op je dominante vezeltype. Daarmee haal je het meeste rendement uit je aanleg, zonder onnodige risico’s op blessures of overbelasting.5. Wat zijn de Muscle Talent Scan en Muscle Monitor?De Muscle Talent Scan is een instrument dat Eline ontwikkelde om jonge atleten inzicht te geven in hun spiervezeltype en zo te helpen bij de juiste disciplinekeuze. De Muscle Monitor is haar nieuwe onderzoeksproject dat kijkt naar de link tussen spiervezeltypes en gezondheid. Het doel: nagaan of bepaalde vezelprofielen een hogere kans geven op ziektes zoals diabetes of obesitas, en hoe training preventief kan werken.6. Welke lessen zijn er voor recreatieve sporters?Niet alleen topsporters profiteren van deze kennis. Voor iedere sporter kan een beter begrip van het eigen spiervezeltype helpen om slimmer te trainen. Zo kan een loper met veel snelle vezels beter kiezen voor minder kilometers en meer...
Podcast: Slimmer presteren met menthol: zinvol of onzin?

Slimmer presteren met menthol: zinvol of onzin?

Dit is de 236e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over:Slimmer presteren met menthol: zinvol of onzin?INLEIDING:Je denkt er niet snel aan, maar soms zit slimmer presteren gewoon in een simpel snoepje. Tijdens de triathlon in Renkum besloot Jurgen een experiment te doen: een mentholsnoepje in zijn mond, in de hoop dat de frisse kick hem sneller zou maken.Het resultaat? Zijn neus ging open, zijn ademhaling voelde ruimer… maar of hij er echt harder van ging? Dat heb je vorige week kunnen horen.In de aflevering van deze week onderzoeken Gerrit, Jurgen en Guido of menthol meer is dan alleen een lekker fris gevoel. Ze bespreken recente studies, kijken naar de belofte van wetenschappers en de realiteit in de topsport. Want één ding staat vast: de perceptie van koeling is er, maar of dat ook echt je sportprestatie verbetert, blijft spannend.En er is een keerzijde: menthol kan je lichaam ook ‘foppen’, waardoor je ongemerkt verder gaat terwijl je kerntemperatuur oploopt. Vragen die in deze aflevering worden beantwoord: 1. Wat doet menthol in het lichaam tijdens inspanning?Menthol activeert koude-receptoren (TRPM8) in mond en huid, waardoor je hersenen signalen krijgen dat het kouder is dan in werkelijkheid. Daardoor voelt ademhaling frisser en lijkt het lichaam minder warm, ook al verandert de kerntemperatuur nauwelijks. Het effect zit dus vooral in de perceptie van koeling.2. Wat zeggen wetenschappelijke studies over menthol en sportprestatie?Een review uit 2017 suggereerde dat mondspoelingen met menthol een positief effect kunnen hebben op volhoudtijd en prestatie in de hitte. Een meta-analyse uit 2025 laat echter zien dat dit effect klein en niet overtuigend is. Vooral in gecontroleerde labomstandigheden waren er kleine voordelen, maar bij commerciële producten zoals energiedranken of gels bleef het uit.3. Hoe gebruiken sporters menthol in de praktijk?Volgens Guido Vroemen ziet hij weinig topsporters die menthol structureel inzetten. Recreanten en sommige lopers proberen het wel, bijvoorbeeld via snoepjes of drankjes. Jurgen testte zelf een mentholsnoepje tijdens een triathlon en merkte vooral een frisser gevoel in ademhaling, maar geen objectieve prestatieverbetering.4. Wat zijn de mogelijke risico’s van mentholgebruik tijdens sport?Het belangrijkste risico is dat je lichaam zich kouder voelt dan het werkelijk is. Daardoor kan een sporter ongemerkt harder of langer doorgaan, terwijl de kerntemperatuur gevaarlijk oploopt. Vooral bij warme marathons of triathlons kan dit risico op oververhitting vergroten. Menthol is dus niet gevaarlijk op zich, maar kan sporters misleiden.5. Wat zijn betere strategieën om koel te blijven?Bewezen effectieve strategieën zijn onder andere sponsen, iceslurries en goed hydrateren. Menthol kan hooguit een prettige extra zijn, vooral voor de beleving, maar vervangt geen echte koelmaatregelen. Voor wie experimenteert kan het interessant zijn, maar het is zeker geen wondermiddel.6. Wanneer is menthol dan wél zinvol?Menthol kan nuttig zijn voor sporters die het prettig vinden om een frisse mond of koel gevoel te ervaren tijdens inspanning. Het mentale effect kan bijdragen aan comfort of motivatie. Maar wie echt prestaties wil verbeteren in de hitte, moet het zien als aanvulling, niet als vervanging van bewezen koelstrategieën.Handige bronnen en links:Aflevering 152 met warmtewetenschapper Puck Alkemade:
Podcast: Met een jetlag aan de start in Renkum: wat doet het met je prestatie?

Met een jetlag aan de start in Renkum: wat doet het met je prestatie?

Dit is de 235e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over:Met een jetlag aan de start in Renkum: wat doet het met je prestatie?INLEIDING:Hoe presteer je als je lichaam denkt dat het nacht is? Dat vroeg Gerrit zich af toen hij, net terug uit Costa Rica met acht uur tijdsverschil, aan de start verscheen van het NK Crosstriathlon in Renkum. Slaperig, vlak en zonder echte gretigheid dook hij de Rijn in.In aflevering 235 onderzoeken we wat een jetlag doet met je prestatie, maar ook waarom 70% van de mensen ongemerkt te maken heeft met 'sociale jetlag'. Dat weekend-ritme van later naar bed en langer uitslapen kan je herstel en je energie net zo goed verstoren.Wat zegt de wetenschap hierover, en welke strategieën helpen om je bioritme weer in lijn te krijgen?En hoe beleefden Jurgen en de vele luisteraars de race in Renkum?Vragen die in deze aflevering worden beantwoord: Wat doet een jetlag met je sportprestatie?Een jetlag verstoort je interne klok, waardoor je lichaam niet synchroon loopt met het lokale dag- en nachtritme. Dat beïnvloedt hormonen, lichaamstemperatuur en zenuwgeleiding. Vooral explosieve en technische sporten lijden daar direct onder, maar ook bij duursporters kan het prestatievermogen dalen. Je voelt je minder scherp, coördinatie gaat omlaag en herstel verloopt trager. De effecten zijn sterker bij reizen naar het oosten.Hoe lang duurt het om te herstellen van een jetlag?Een veelgenoemde vuistregel is één dag per uur tijdsverschil. Vlieg je bijvoorbeeld acht uur terug uit Costa Rica, dan kan je lichaam ruim een week nodig hebben om volledig aangepast te zijn. Factoren zoals slaapkwaliteit, chronotype en lichtblootstelling bepalen hoe snel dit gaat. Je kunt dit proces versnellen door direct te eten, slapen en bewegen volgens de lokale tijd.Wat is sociale jetlag en waarom is dat belangrijk voor sporters?Sociale jetlag ontstaat als je slaap- en waakritme in het weekend afwijkt van je doordeweekse patroon. Denk aan later naar bed en langer uitslapen. Je lijf ervaart dat als een mini-jetlag. Ongeveer 70% van de mensen heeft ermee te maken. Het kan metabolisme, insulinegevoeligheid, bloeddruk en herstel beïnvloeden. Voor sporters die scherp trainen en herstellen is dit een serieuze factor om rekening mee te houden.Kun je je voorbereiden op een wedstrijd met jetlag?Ja, er zijn strategieën die helpen. Schuif in de dagen vooraf je slaap- en eetmomenten dagelijks een uur op richting de nieuwe tijdzone. Zorg voor lichtblootstelling in de ochtend en vermijd fel licht in de avond. Houd je slaaphygiëne strak: koel, donker en stil slapen, schermen uit. Direct bewegen en eten op de lokale tijd helpt je lichaam sneller omschakelen. Melatonine kan een hulpmiddel zijn, maar wordt niet als eerste keus gezien.Wat merk je van jetlag tijdens een triathlon of marathon?Jetlag maakt een race niet per se zwaarder qua belasting, maar het vlakt de intensiteit van je beleving af. Je voelt minder explosiviteit, minder gretigheid en minder scherpte. In de aflevering vertelt Gerrit dat hij in Renkum wel gewoon kon racen, maar dat hij zich vlak en slaperig voelde, alsof zijn lichaam nog in de nacht zat. Jetlag verandert dus vooral de kwaliteit van je prestatiebeleving, niet altijd de kwantiteit van wat je fysiek aankunt.Is sociale jetlag net zo schadelijk als een echte jetlag?De effecten zijn subtieler, maar ze stapelen zich wel op. Waar een vliegreis incidenteel voorkomt, kan sociale jetlag wekelijks terugkomen. Voor je herstel, je energieniveau en je prestatie kan dat net zo goed beperkend zijn. Wie structureel beter wil presteren, doet...
Podcast: Slimmer presteren na twee uur wedstrijd: hoe veerkrachtig ben jij?

Slimmer presteren na twee uur wedstrijd: hoe veerkrachtig ben jij?

Dit is de 234e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over:Slimmer presteren na twee uur wedstrijd: hoe veerkrachtig ben jij?INLEIDING:Na 2,5 uur wedstrijd begint het pas echt. Je tempo zakt weg, je benen voelen zwaar en je hoofd wil nog wel, maar je lijf sputtert tegen. Wat gebeurt er precies op dat punt? En belangrijker: kun je het trainen? In aflevering 234 zoeken we dat tot op de vezel uit. We doken in de wetenschap achter fysiologische veerkracht en spraken met Guido Vroemen over taaiheid: hoe bereid je je voor op het moment dat je glycogeen opraakt, je coördinatie achteruitgaat en elk signaal uit je lijf zegt: “stop maar”?Gerrit deelt hoe hij als een zombie de laatste kilometers van een marathon doorkwam, en samen met Jurgen onderzoekt hij waarom vrouwen soms taaier blijken dan mannen. Of zoals mooi gezegd: “Er is een verschil tussen de finish halen, en blijven presteren tot de finish.”Vragen die in deze aflevering worden beantwoord: Wat gebeurt er in je lichaam na 2,5 uur intensieve inspanning?Na ongeveer 150 minuten intensief sporten raakt je lijf een grens: je glycogeenvoorraad slinkt, spieren verzuren, en de coördinatie tussen zenuwen en spiervezels wordt minder efficiënt. Volgens de aflevering ontstaat er dan een 'kink in de curve': een disproportioneel verval in je prestatievermogen. Het lichaam schakelt over op trage systemen, en dat voel je direct — in kracht, techniek én mentale weerbaarheid.Hoe kun je dit verval trainen als je je voorbereidt op een marathon?Volgens sportarts Guido Vroemen is het essentieel om te trainen onder vermoeidheid. Voeg wedstrijdspecifieke blokken toe aan het einde van lange duurlopen, of plan twee intensieve sessies kort op elkaar. Zo leer je je lichaam omgaan met dat lege gevoel en versterk je precies de systemen die je in het laatste half uur nodig hebt.Heeft het zin om extra koolhydraten te nemen in die fase?Ja, maar met nuance. Koolhydraten blijven belangrijk om je energieniveau op peil te houden, maar ze voorkomen het verval niet volledig. Zoals besproken in de aflevering: voeding kan het systeem ondersteunen, maar de afname in spier- en zenuwfunctie moet je óók trainen. Dus zowel eten als aanpassen van je trainingsschema is nodig.Wat kun je mentaal doen om die taaiheid te verbeteren?Taaiheid zit deels tussen de oren, maar volgens de aflevering helpt het vooral als je weet wat er gebeurt en voorbereid bent op die klap. Train dus specifiek op 'vervelende stukken': die momenten waarop je normaal zou stoppen of terugschakelen. En bouw ook mentale strategieën in je trainingen: positieve zelfspraak, doelen in stukjes hakken, of visualiseren van het eindpunt.Waarom is het slim om juist het laatste halfuur extra te trainen?Omdat dat vaak het punt is waarop iedereen terugvalt, maar juist daar kun je je onderscheiden. Zoals Gerrit zegt: “Er is een verschil tussen de finish halen, en blijven presteren tot de finish.” Door die fase bewust te trainen, ben je niet alleen fysiek voorbereid, maar verras je ook mentaal niet jezelf.Zijn vrouwen taaier dan mannen op lange afstanden?De aflevering laat zien dat vrouwen gemiddeld minder verval tonen bij ultralange inspanning. Ze starten rustiger en houden dat tempo langer vol. Dat is geen bewijs van superioriteit, maar wel een hint dat pacing, planning en mentale rust grote impact hebben. Iets waar elke sporter wat van kan leren.Handige bronnen en links:Onze eerdere aflevering over omgaan met vermoeidheid:
Podcast: BONUS: Een DNF in Gravelines vanwege onverwachte ‘biochemische botsing’?

BONUS: Een DNF in Gravelines vanwege onverwachte ‘biochemische botsing’?

Dit is een BONUS aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over:Een DNF in Gravelines vanwege onverwachte ‘biochemische botsing’?INLEIDING:In deze bonusaflevering blikken Jurgen en Gerrit terug op de triathlon in Gravelines, waarin Gerrit onverwacht niet finishte. Ze bespreken uitgebreid wat er misging, met inzichten van sportarts Guido Vroemen en een verrassende verklaring van Matthijs Hesselink.De race: goed begin, dramatisch eindeZwemmen en fietsen verliepen uitstekend, met tot in de laatste kilometer van het fietsonderdeel nog een sterk gevoel. Maar plotseling was alle energie weg. Tijdens het looponderdeel bleef Gerrit nog twee uur in beweging om te achterhalen wat er aan de hand was. Geen misselijkheid of braken, maar een ernstig opgeblazen gevoel, lege darmen en een totaal gebrek aan energie.Een ‘biochemische botsing’ tussen Maurten en LiFTDe uiteindelijke verklaring kwam via WhatsApp van Matthijs Hesselink. Hij vermoedt een biochemische wisselwerking tussen twee moderne sportvoedingsstrategieën:De lipiden in LiFT moeten worden afgebroken door het enzym lipaseDe pectines in de Maurten hydrogel, die Gerrit ook gebruikte, remmen lipaseDoordat de vetten niet werden afgebroken, verdween de waterige omgeving in de darm. Daardoor konden ook de koolhydraten uit de Maurten-gel niet worden vrijgemaakt. Het gevolg: stagnatie van de maaginhoud, geen opname van energie en dus ook geen brandstof voor de spieren.De les: het lichaam is te complex voor simpelweg innovaties stapelenGuido Vroemen bevestigt in het bonusgesprek dat de wisselwerking tussen innovatieve strategieën onvoorspelbaar kan zijn. Het bijzondere in dit geval is dat Gerrit het gebruik van LiFT in combinatie met Maurten wél al twee keer eerder had getest tijdens trainingen. De omstandigheden qua dosering en intensiteit waren toen anders, maar het geeft aan hoe genuanceerd zulke experimenten zijn.Een ogenschijnlijk solide plan kan door subtiele biochemische interacties toch mislopen. Zoals Jurgen in de aflevering opmerkt: het is fascinerend hoe complex het lichaam in elkaar zit. Dat maakt slimmer presteren niet alleen een sportieve, maar ook een wetenschappelijke uitdaging.Benieuwd naar de wetenschap achter vetverbranding, sportvoeding en supplementen zoals LiFT van 4GOLD? En wil je horen hoe een goed doordacht plan toch kan vastlopen door een onverwachte combinatie van factoren?Luister nu deze bonus! Handige bronnen en links:De aflevering met hoogleraar Mathijs Hesselink over Lift, waar deze bonus aflevering bij hoort: https://slimmer-presteren-podcast.nl/seizoen-12/232-slimmer-presteren-met-gestructureerde-lipiden-met-hoogleraar-matthijs-hesselink/Volg Gerrit op Strava en duik in de data van hoe het die halve triathlon (29 juni 2025) ging: https://www.strava.com/athletes/14722459Aflevering over de innovatieve Zweedse hydrogel van Maurten: https://slimmer-presteren-podcast.nl/seizoen-5/98-dure-zweedse-hydrogel-sportvoeding-van-maurten-zinvol-of-onzin/Aflevering over slimmer omgaan met pijn:
Podcast: Slimmer presteren met gestructureerde lipiden, met hoogleraar Matthijs Hesselink

Slimmer presteren met gestructureerde lipiden, met hoogleraar Matthijs Hesselink

Dit is de 232e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over:Slimmer presteren met gestructureerde lipiden, met hoogleraar Matthijs HesselinkINLEIDING:Na een zomerstop zijn we terug met een knallende start van seizoen 12. We duiken direct de diepte in: hoe slim is het om met synthetische vetten te racen?Hoogleraar Matthijs Hesselink schuift aan voor een wetenschappelijke blik op gestructureerde lipiden, zoals toegepast in het supplement LiFT van 4GOLD. Gerrit besluit datzelfde weekend het product zelf te testen tijdens een halve triathlon. Dat liep niet zoals gehoopt...In een aparte bonusaflevering hoor je hoe zijn race onverwacht eindigt in een DNF, en wat Guido Vroemen én Matthijs hierover zeggen. Een aflevering die laat zien hoe dicht theorie en praktijk bij elkaar kunnen liggen, terwijl de uitkomst compleet anders blijkt.Vragen die in deze aflevering worden beantwoord: Wat zijn gestructureerde lipiden en waarom worden ze in sportvoeding gebruikt?Gestructureerde lipiden zijn synthetisch opgebouwde vetmoleculen die zijn ontworpen om sneller opgenomen te worden in het lichaam. Volgens expert Matthijs Hesselink kunnen ze, in theorie, efficiënter energie leveren dan gewone vetten. Ze worden toegepast in producten zoals LiFT van 4GOLD om vetverbranding tijdens duursport te stimuleren.Welke belofte doet het LiFT supplement van 4GOLD?LiFT belooft een energiebesparend effect op koolhydraten door vetten als alternatieve brandstof in te zetten. Het supplement wordt gepromoot als middel om duurzamer te presteren, met minder suikerverbruik. Volgens Hesselink is dat biochemisch aannemelijk, maar ontbreekt nog direct bewijs dat het daadwerkelijk prestatievoordeel oplevert.Waarom is vetverbranding tijdens intensieve inspanning zo lastig?Volgens Matthijs Hesselink ligt de beperking niet in de hoeveelheid vet die beschikbaar is, maar in de capaciteit van de spieren om die vetten te verwerken. Zelfs slanke sporters hebben genoeg vetreserves. Het probleem zit vooral in de snelheid waarmee vetten kunnen worden ingezet bij hoge intensiteit.Wat ging er mis tijdens Gerrits test met LiFT in Gravelines?Tijdens een halve triathlon ervoer Gerrit plotseling energiegebrek en een ernstig opgeblazen gevoel. Ondanks eerdere tests leidde de combinatie van LiFT en Maurten dit keer tot een volledige stilstand van de energieopname. De race eindigde in een DNF, ondanks een goed doordacht plan.Welke verklaring gaf Matthijs Hesselink voor het falen van het voedingsplan?Hij vermoedt een biochemische wisselwerking tussen pectines uit Maurten en de lipiden in LiFT. De pectines zouden het enzym lipase remmen, waardoor de vetten niet afgebroken werden en ook de koolhydraten niet vrij konden komen. Dit leidde tot een blokkade net onder de maagklep.Wat is de belangrijkste les uit deze ervaring?Zowel Matthijs als Guido Vroemen wijzen erop dat innovaties in sportvoeding elkaar onbedoeld kunnen tegenwerken. Zelfs als elk product op zichzelf getest is, blijft het lichaam te complex om zomaar strategieën te stapelen. Presteren vraagt niet alleen om plannen, maar ook om begrip van wat er in het lichaam gebeurt.Handige bronnen en links:Onze eerdere aflevering met Matthijs Hesselink als Special Guest, over mitochondriën. https://slimmer-presteren-podcast.nl/sportvoeding/148-meer-energie-tijdens-het-sporten-door-efficientere-mitochondrien/ Aflevering 225 over de zinvolle hoeveelheid
Podcast: Hoe herken je het volgende wielertalent? Deep Dive over het promotie-onderzoek van Dr. Jens Voet

Hoe herken je het volgende wielertalent? Deep Dive over het promotie-onderzoek van Dr. Jens Voet

Dit is een bonus aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over:Hoe herken je het volgende wielertalent? Deep Dive over het promotie-onderzoek van Dr. Jens VoetINLEIDING:De Tour de France is in volle gang en seizoen 11 van de podcast zit erop. Maar we laten je niet zonder inspiratie achter! In deze extra lange bonusaflevering duiken we diep in het onderwerp talentontwikkeling in het wielrennen.Samen met bewegingswetenschapper én wielercoach Jens Voet bespreken we zijn promotieonderzoek aan de VU Amsterdam. Wat maakt een jonge renner écht klaar voor het profpeloton? Welke rol speelt vermoeidheid in het onderscheiden van talent? En waarom is het zo lastig om de volgende Pogacar of Van der Poel vroeg te herkennen?Voor iedereen die wielrennen volgt met een wetenschappelijke bril, of gewoon wil weten wat er schuilgaat achter het succes van de toppers in de Tour, is dit een fascinerend gesprek.Luister nu, tijdens je vakantierit of luie middag in de zon.Vragen die in deze aflevering worden beantwoord: 1. Wie is Jens Voet?Jens Voet is bewegingswetenschapper, wielercoach en vers gepromoveerd onderzoeker aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Op 6 mei 2025 verdedigde hij zijn proefschrift Gearing up for greatness, waarin hij zich boog over talentherkenning en -ontwikkeling in het professionele wielrennen.Zelf begon hij als jonge renner bij ZRTC Theo Middelkamp, maar inmiddels is hij actief als coach en performance-analist bij de U23-ploeg van het Zwitserse Tudor Pro Cycling Team. Eerder werkte hij onder meer als trainer bij Metec en liep hij stage bij het toenmalige Team Sunweb. Jens combineert wetenschappelijke inzichten met praktijkervaring uit het peloton, en is daarmee een unieke stem in het debat over wat een wielertalent écht succesvol maakt. 2. Wat maakt iemand een écht wielertalent, volgens het onderzoek van Jens?Volgens Jens Voet is het niet het piekvermogen of de sprintkracht dat het verschil maakt tussen talent en top. Wat wél het verschil maakt, is het vermogen om onder vermoeidheid hoge prestaties te blijven leveren – wat hij “durability” noemt.Veel jonge renners kunnen indrukwekkende waardes trappen in een test of wedstrijd van 20 minuten. Maar pas na een uur volle bak koers, wanneer vermoeidheid intreedt, zie je wie echt boven komt drijven. Toppers kunnen dan nog steeds diep gaan en herstellen, waar anderen terugvallen. Talentherkenning vraagt dus om andere meetmomenten en een andere bril. 3. Waarom is het zo moeilijk om toekomstig wielertalent vroeg te herkennen?Een van de grote problemen in talentherkenning is het onderscheid tussen “early bloomers” en duurzame talenten. Jens laat zien dat veel jonge renners die opvallen in de jeugd door fysieke voorsprong, bijvoorbeeld omdat ze eerder in de puberteit zijn, later niet per se doorstromen naar het profniveau.Andersom geldt dat laatbloeiers vaak onterecht worden overgeslagen. Omdat traditionele selectiemomenten (zoals nationale kampioenschappen) kortdurend zijn en piekprestaties belonen, missen we vaak de taaie, duurzame talenten die in het echte werk tot bloei zouden komen. 4. Wat betekent dit voor talentontwikkeling in het wielrennen?De bevindingen van Jens vragen om een fundamentele herziening van hoe we met talenten omgaan. Selectiecriteria zouden minder moeten draaien om momentopnames, en meer om ontwikkeling over tijd.Ook herstelvermogen en mentale weerbaarheid zouden een grotere rol moeten spelen in de beoordeling. Jens pleit niet voor een compleet andere aanpak, maar wel voor meer nuance: laat jonge renners zich op verschillende momenten...
Podcast: Slimmer bewegen met een rolstoel als trainingstool bij ASM Masters of Movement

Slimmer bewegen met een rolstoel als trainingstool bij ASM Masters of Movement

Dit is de 231e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over:Slimmer bewegen met een rolstoel als trainingstool bij ASM Masters of MovementINLEIDING:Bewegen met een rolstoel? Dat is toch alleen relevant als je een beperking hebt? Niet dus, ontdekten Gerrit en Jurgen tijdens een bijzondere Masters of Movement avond van het Athletic Skills Model. Ze stapten zelf in een rolstoel, zowel op een skills-parcours, als in een potje rugby, en leerden binnen een paar minuten meer over motoriek, timing en balans dan in een hele maand hardlopen.De inzichten van Paralympisch sporters Reda Haouam en Mustafa Jebari maakten diepe indruk. Net als de visie van bewegingswetenschapper Thomas Janssen: iedereen, valide of niet, zou af en toe van rol moeten wisselen.Vragen die in deze aflevering worden beantwoord: Wat leer je als valide sporter van bewegen met een rolstoel?Je wordt je bewust van bewegingen die normaal vanzelf gaan. In een rolstoel moet je opnieuw leren sturen, remmen en je lichaam coördineren. Dat traint je motoriek en maakt je een veelzijdigere sporter.Waarom is spelenderwijs leren in een rolstoel zo effectief?Omdat het spel je dwingt tot actie. In plaats van uitleg krijg je directe ervaring. Reda en Mustafa lieten zien dat je door doen, fouten maken en aanpassen veel sneller leert dan via theorie.Wat maakt een rolstoel zo'n goede tool voor motorisch leren?Het is een totaal nieuwe context. Je zintuigen, balans en timing worden op de proef gesteld. Dat stimuleert aanpassingsvermogen en vergroot je bewustzijn van hoe je beweegt, precies wat motorisch leren vraagt.Hoe past het ASM deze ervaring in binnen het bredere beweegaanbod?Volgens Jorick Hendriksen hoort dit thuis in een veelzijdig beweeglandschap. Door af en toe iets radicaal anders te doen, vergroot je je beweegrepertoire en train je eigenschappen die bijdragen aan blessurevrij en slim bewegen.Wat nam prof. Thomas Janssen waar over rolstoelvaardigheid?Zelfs mensen die dagelijks in een rolstoel zitten, moeten blijven trainen om vaardig te blijven. Dat onderstreept hoe complex en waardevol die vaardigheid is, en hoeveel er nog te winnen valt voor sporters en coaches die hiermee oefenen.Handige bronnen en links:Alle eerdere afleveringen van de Masters of Movement: https://slimmer-presteren-podcast.nl/tag/masters-of-movement/   Alle informatie over ASM: https://www.athleticskillsmodel.nl/ De website van Paralympic Science Support NL: https://www.paralympicsciencesupport.nl/ —-De Slimmer Presteren Podcast is een initiatief van Gerrit Heijkoop en Jurgen van Teeffelen. Vanaf begin 2020 bespreken zij wekelijks een onderwerp op het gebied van sport, onderzoek en innovatie. Zie ook:WEB: https://slimmer-presteren-podcast.nlINSTAGRAM: https://www.instagram.com/SlimmerPodcastLinkedIn: 
Podcast: Innovatie in de wielersport: Wedstrijden voor recreatieve wielrenners

Innovatie in de wielersport: Wedstrijden voor recreatieve wielrenners

Dit is de 230e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over:Innovatie in de wielersport: Wedstrijden voor recreatieve wielrennersINLEIDING:Zou jij durven starten in een échte koers?Gerrit en Jurgen deden het. Geen profwedstrijd, maar een officiële KNWU-instapkoers voor recreatieve wielrenners. Op een afgesloten parcours, met rugnummers, een peloton en… flink wat spanning.Hoe voelt het om ineens te moeten positioneren? Wat leer je over je lijf en je hoofd als het tempo omhoog gaat? En is dit misschien wel dé manier om jezelf opnieuw uit te dagen als fanatieke fietser?In deze aflevering hoor je alles over de ervaring, de valkuilen én waarom dit een aanrader is voor iedereen die meer uit z’n wielerhobby wil halen.Vragen die in deze aflevering worden beantwoord: Wat maakt een KNWU-instapkoers anders dan een toertocht?In een toertocht rij je vaak op eigen tempo, zonder wedstrijdelement. Een instapkoers is juist bedoeld om wedstrijdervaring op te doen, maar dan zonder de harde selectie of het hoge niveau van officiële elitekoersen. Het parcours is afgesloten, er is een startschot, en je rijdt in een echt peloton. Dat maakt het spannend, leerzaam en uitdagend, ook als je geen podiumambities hebt. Is zo’n wedstrijd wel veilig voor recreanten?Ja, veiligheid staat juist centraal in dit type koers. Deelnemers zijn meestal recreatieve wielrenners met een vergelijkbare insteek: ervaring opdoen in een veilige omgeving. Het parcours is afgesloten, en er rijden begeleiders mee die zorgen voor structuur, aanwijzingen geven en de snelheid bewaken. Daardoor ontstaat er een gecontroleerde setting waarin je het peloton kunt leren kennen zonder dat het onvoorspelbaar of gevaarlijk voelt. Wat leer je van meedoen aan een echte wielerwedstrijd?Meer dan je denkt. Niet alleen over fysieke dingen zoals tempo’s volhouden of versnellingen kiezen, maar ook over focus, positioneren en koersinzicht. Je merkt hoe een groep reageert, hoe gaten vallen, en wat het betekent om ‘op het elastiek’ te zitten. Die ervaring neem je mee in al je toekomstige trainingen en tochten. Heeft een wedstrijd nut voor wie niet de snelste is?Absoluut. Het gaat niet om winnen, maar om leren en beleven. Zelfs als je halverwege het peloton uit zakt, leer je hoe jouw lichaam reageert onder druk. En het gevoel van samen starten, strijden en finishen maakt het tot een unieke ervaring. Voor veel recreatieve wielrenners is dit precies wat ze nodig hebben om weer nieuwe motivatie te vinden.Handige bronnen en links:Aflevering 1 waarin we nogal kritisch over de vermogensmeter waren: https://slimmer-presteren-podcast.nl/seizoen-1/de-vermogensmeter-zorg-of-zegen/ Aflevering 38 over het vermogensprofiel: https://slimmer-presteren-podcast.nl/seizoen-2/sprinter-allrounder-of-puncheur-wat-voor-wielrenner-ben-jij-check-je-power-speed-profile/ Aflevering 30 over innovaties in het wielrennen: https://slimmer-presteren-podcast.nl/seizoen-2/innovaties-in-het-wielrennen-zijn-ze-allemaal-zo-nuttig/ Aflevering 60 over aerodynamica:
v. 2025.02.01