Kenmerkende aspecten
27 Rationeel optimisme en een ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen
29 Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden transatlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme
30 De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap
In Frankrijk leidden verlichtingsideeën in de 18e eeuw tot verzet tegen de standensamenleving. Die stelde de derde stand achter, een situatie waar ook verlichte vertegenwoordigers van de elite niet meer achter konden staan. Naar aanleiding van een acute financiële crisis kwam besloot Lodewijk XVI in 1789 de Staten-Generaal bijeen te roepen, maar de verdeelde elite had geen antwoord op de problemen. Het gevolg was een tweetal revoluties, waarvan de eerste in 1789 resulteerde in de Verklaring van de rechten van de mens en de burger en in de grondwet van 1791. In deze periode werd Frankrijk een constitutionele monarchie met censuskiesrecht en zonder privileges voor de standen.
Een tweede revolutie in 1792 resulteerde in een rechtszaak tegen de koning en een republiek onder leiding van de jakobijnen. Zij voerden algemeen stemrecht in en poogden ook economische gelijkheid af te dwingen. Onder leiding van Robespierre vervolgden zij vermeende tegenstanders van de revolutie op grote schaal en brachten hen ter dood. Ook Olympe de Gouges, schrijfster van de eerste Verklaring van de rechten van de vrouw, wachtte dit lot. Na de val van dit schrikbewind duurde het nog enkele jaren voordat er een stabiele politieke situatie ontstond.