Podric logo
Podcast
Historische Contexten

Historische Contexten

David Hof

In deze podcastserie worden de Historische Contexten uit de syllabus Geschiedenis VWO en HAVO behandeld. Als je alle afleveringen luistert, hoor je alle informatie die je nodig hebt voor het onderdeel Historische Contexten voor je eindexamen. Natuurlijk moet je nog wel goed oefenen met je vaardigheden, bijvoorbeeld door vragen te oefenen.

Lees meer
Afleveringen
Podcast: In hoeverre bepaalde de burgerij de ontwikkelingen in de Republiek in de Gouden Eeuw (1602-1700)?

In hoeverre bepaalde de burgerij de ontwikkelingen in de Republiek in de Gouden Eeuw (1602-1700)?

In de Republiek ontwikkelde zich een oorlogseconomie. Handel was nodig om de strijd tegen deHabsburgers te financieren. Regenten zagen die strijd tegelijk als een middel om de Spaansehandelspositie te verzwakken. Naast economische samenwerking en innovatie beschouwden zij hethandhaven van het particularisme van steden en gewesten en de gewetensvrijheid van burgers alsbelangrijke voorwaarden voor welvaart. De stadhouders, die meer eenheid en aanziennastreefden, moesten die vrijheden respecteren.In het Heilige Roomse Rijk belemmerde de Dertigjarige Oorlog de economische groei van dezegebieden. In Engeland en Frankrijk deden dat de spanningen tussen vorsten en adel. Een tijdlangkon de Republiek hierdoor de Europese tussenhandel en de wereldhandel beheersen en trok zijzeer veel arbeidsmigranten aan. De steden in vooral de zeegewesten groeiden explosief. InHolland en Utrecht ontstond een ring van steden die al in de 17e eeuw verbonden waren met eennetwerk van openbaar vervoer. De snelheid en omvang van de groei was het meest zichtbaar inAmsterdam, dat door haar stapelmarktfunctie en haar eigen versie van de koopmansbeurs eenreeks aan grote uitbreidingen nodig had: de grachtengordel. Rijke kooplieden investeerden insteeds betere molens, droogmakerijen en de teelt van nieuwe gewassen, maar verkregen ookadellijke titels en lieten stadspaleizen en buitens bouwen om hun status te verhogen. Onder henvonden kunstenaars als Rembrandt een enorme markt. Ook kooplieden van buitenlandse afkomstkonden binnen de Republiek relatief snel opklimmen.In de periode na 1648 stabiliseerde de situatie in de omliggende landen zich. Engeland en hetabsolutistische Frankrijk voerden een mercantilistisch beleid waar de handel van de confederaleRepubliek onder leed. Veel regenten trokken zich terug uit de handel van de Republiek, leendenhun geld uit aan buitenlandse ondernemers en machthebbers en probeerden hun politieke eneconomische macht veilig te stellen. Dit riep onvrede op bij het gemeen, dat minder hadgeprofiteerd van de relatieve welvaart van de Gouden Eeuw. Dat stelde zich steeds Oranjegezinderop, terwijl regenten als Johan de Witt juist staatsgezind en tegen de Oranjes waren.Het Rampjaar 1672 luidde het einde in van de Gouden Eeuw. Investeringen in het buitenland enoligarchisering namen daarna toe. Door toenemende concurrentie in de wereldhandel raakte deRepubliek haar leidende positie kwijt aan Engeland en nam Londen de rol van Amsterdam alscentrum van handel en bankwezen over.
Podcast: . Welke invloed hadden sociaaleconomische en politieke ontwikkelingen op de positie van de stedelijke burgerij in de Nederlandse gewesten (1302-1602)?

. Welke invloed hadden sociaaleconomische en politieke ontwikkelingen op de positie van de stedelijke burgerij in de Nederlandse gewesten (1302-1602)?

Rond 1300 vormden Vlaanderen en Brabant het economische zwaartepunt van de Nederlandsegewesten. Brugge vormde het handelscentrum van een netwerk waarbinnen elke stad doorinnovatie en schaalvergroting de eigen positie én het netwerk als geheel versterkte. Stedenhadden in dat netwerk een eigen positie. Antwerpen had een goede verbinding met het Europeseachterland en was toegankelijk voor de nieuwe, grotere zeeschepen. In Brugge combineerdenhandelaren de principes van de wisselbrief en de bank tot de eerste koopmansbeurs. Hetnoordelijke Amsterdam werd in de loop van de 14e eeuw een gespecialiseerde haven voor degraanhandel met het Oostzeegebied.Behalve van de adel, nam de stedelijke burgerij ook taken van de geestelijkheid over, zoals socialezorg en onderwijs, en ontwikkelde zij ideeën over het algemeen belang of bonum commune van destedelingen. Met de vestiging van bedelorden en begijnhoven probeerde de geestelijkheidomgekeerd aansluiting te vinden bij een meer individuele geloofsbeleving van stedelingen, demoderne devotie.In de late middeleeuwen kwam de positie van de steden onder druk te staan. Het particularismevan de Brabantse en Vlaamse steden botste met het beleid van de Bourgondische hertogen die inde 15e eeuw grip probeerden te krijgen op bestuur en rechtspraak in hun Nederlandse gebieden.Mede doordat zij een centrale rol in de handel met Spaanse en Portugese koloniën in kon nemen,profiteerde Antwerpen hier het meeste van en nam zij de centrale positie van Brugge over.In de 16e eeuw zetten de Habsburgse vorsten Karel V en Filips II de centralisatiepolitiek door enbreidden deze vanwege de opkomst van lutheranisme en calvinisme uit naar de godsdienst. Zijwilden het protestantisme, dat zich concentreerde in de steden, terugdringen. Na de Beeldenstormen het harde optreden door Alva brak er onder leiding van Willem van Oranje een opstand uittegen het Spaanse gezag. Door de opstand, die in de praktijk een oorlog tegen steden was, verloorAntwerpen vanaf 1585 haar stapelmarktfunctie en trokken veel kapitaalkrachtige inwoners naarHolland. De noordelijke gewesten stichtten een republiek. Vanaf de oprichting van de VOC in 1602ontwikkelde die zich tot een handelsgrootmacht met een wereldwijd handelsnetwerk.
Podcast: Wat maakte de opkomst van een stedelijke burgerij in de Nederlandse gewesten mogelijk (1050–1302)?

Wat maakte de opkomst van een stedelijke burgerij in de Nederlandse gewesten mogelijk (1050–1302)?

Vanaf de 11e eeuw deed zich in Europa een aantal veranderingen voor. De landbouw veranderde,de bevolking groeide, de handel bloeide op en er ontstond weer een monetaire economie vangrotere omvang. In het noorden ontwikkelde vooral Vlaanderen zich tot een van de meestverstedelijkte gebieden van Europa.Om hun economische belangen te beschermen kregen, bevochten en kochten stedelingenzelfbestuur in de vorm van stadsrechten. Vanwege hun marktfunctie vertakte het netwerk tussendie steden en het verzorgingsgebied zich steeds fijner. Om zichzelf in stand te houden had de stadeen constante toestroom nodig van kapitaalkrachtige of kundige aspirant-poorters.Startpunt van stedelijke dynamiek in de Nederlandse gewesten was Atrecht. Door de hogelandbouwproductiviteit en de schapenhouderij in de regio veroverde die stad een centrale plaats inde lakennijverheid. Handelaren in deze bisschopsstad vonden aansluiting op een handelsnetwerkdat zich via jaarmarkten in Frankrijk uitstrekte tot de Italiaanse stadstaten. Rijke koopliedenversterkten hun positie door zich te organiseren in koopliedengilden. Ook door leningen teverstrekken aan edellieden kregen ze het stadsbestuur in handen.Tegen 1300 werd Atrecht als centrum van nijverheid overvleugeld door Vlaamse steden alsBrugge, die via de Noordzee aansluiting vonden op de handel met steden van de Hanze, maar ookmet gebieden in Spanje en Italië. Patriciërs in Vlaamse steden knoopten banden aan met de adelen maten zich steeds meer een adellijke levensstijl aan. Tussen hen en het gemeen, aangevoerddoor ambachtslieden, ontstonden steeds meer spanningen over bestuur en overwerkomstandigheden. Met de Guldensporenslag lieten Vlaamse ambachtslieden en boeren in 1302zien dat ze waren opgewassen tegen patriciërs en feodale heren.
Podcast: HC China VWO 4 Waardoor heeft de Volksrepubliek zich kunnen ontwikkelen tot een grootmacht 1949 2001

HC China VWO 4 Waardoor heeft de Volksrepubliek zich kunnen ontwikkelen tot een grootmacht 1949 2001

Onder de communistische partij werd het centrale gezag hersteld. Buitenlandse invloed werd geweerd, al bleven Hongkong en Macao in buitenlandse handen. De communistische partij propageerde klassenstrijd en richtte zich daarbij vooral op boeren en arbeiders. Een programma van herverdeling van de grond én modernisering van landbouw en industrie naar voorbeeld van de Sovjet-Unie ging van start. Na de dood van Stalin bekoelden de onderlinge relaties. Met de Grote Sprong Voorwaarts probeerde de Volksrepubliek op eigen kracht in korte tijd een industriële wereldmacht te worden. Het project mislukte en een enorme hongersnood volgde. In 1962 koos de communistische partij voor een pragmatisch economisch beleid. Dit leidde tot een breuk met de Sovjet-Unie en tot internationaal isolement van China. Door betrekkingen aan te knopen met andere niet-gebonden landen probeerde China haar invloed uit te breiden in Azië, Latijns-Amerika en Afrika. De Culturele Revolutie was een nieuwe poging om samenleving en economie ingrijpend te hervormen. De partij werd gezuiverd en rond de persoon van Mao werd een cultus gecreëerd. Rode gardisten namen het voortouw in een beweging die sterk antitraditioneel, anti-intellectueel en xenofoob was, en die de gehele samenleving ontwrichtte. In de vroege jaren 1970 kwam er toenadering tot de Verenigde Staten. De Volksrepubliek kreeg een eigen vertegenwoordiging bij de Verenigde Naties. Na de dood van Mao in 1976 brak China met het gedachtegoed van de Culturele Revolutie. De nieuwe partijleider Deng Xiaoping zette een koerswijziging in gang onder de naam Vier Moderniseringen: modernisering van de landbouw, van wetenschap en technologie, de industrie en de defensie. Deze liberalisering gold niet voor de politiek. Voorstanders van politieke hervormingen en democratisering werd het zwijgen opgelegd, zoals onder andere de studentendemonstraties op het Plein van de Hemelse Vrede in 1989 lieten zien. De machtspositie van de partij bleef onaantastbaar. Onder Jiang Zemin bleef de nadruk liggen op economische ontwikkeling. Eind jaren 1990 vond de overdracht van Hongkong en Macao plaats, symbolisch voor de veranderde relatie met het westen. In 2001 trad China toe tot de Wereldhandelsorganisatie. De Volksrepubliek was daarmee uitgegroeid tot een economische én politieke wereldmacht met een communistisch bewind dat kapitalistisch maar niet democratisch denkt en handelt.
Podcast: HC China VWO 3 Waardoor ontstond de Volksrepubliek China 1912 1949

HC China VWO 3 Waardoor ontstond de Volksrepubliek China 1912 1949

In 1912 stichtte Sun Yat-sen de Republiek China. Zijn nationalistische partij, die zich inzette voor democratie, nationalisme en socialisme, won de eerste parlementsverkiezingen. Al snel greep generaal Yuan Shikai de macht en zette president Sun Yat-sen af. Het land viel uiteen en werd geregeerd door plaatselijke militaire machthebbers. De invloed en bemoeienis van de buitenlandse mogendheden bleef groot. Uit protest daartegen en tegen het uitblijven van veranderingen ontstond de 4 Meibeweging. Onder invloed van westerse, Japanse en Chinese voorbeelden zette die zich in voor een modernisering van de republiek op bestuurlijk, sociaal en cultureel gebied. Deze beweging kreeg een politieke vertaling in de Chinese Communistische Partij. De nationalistische en communistische partijen kregen allebei steun van de Sovjet-Unie en werkten samen in de strijd tegen buitenlandse invloeden en binnenlandse verbrokkeling. Tijdens de Noordelijke Veldtocht veroverde het gecombineerde nationalistische-communistische leger onder leiding van Chiang Kaishek grote gebieden. Na een bloedige breuk met de communisten herstelden de nationalisten in 1927 het centrale gezag. De nieuwe regering bracht een proces van industrialisatie op gang, verbeterde de infrastructuur en maakte gedeeltelijk een einde aan de ongelijke verdragen. Corruptie bleef echter wijdverbreid en politieke tegenstanders werden vervolgd. Bovendien kreeg de regering niet alle delen van het rijk volledig onder haar gezag. In 1931 bezette Japan de provincie Mantsjoerije en vestigde daar een fascistisch geïnspireerd en wreed regime. De laatste Chinese keizer Puyi stond als symbolische heerser aan het hoofd van deze marionettenstaat, van waaruit verdere delen van China werden ingenomen. In de jaren 1930 en 1940 bestreden de nationalisten en communisten elkaar maar werkten noodgedwongen ook samen tegen Japan. Na de capitulatie van Japan brak er tussen de beide partijen een burgeroorlog uit. De nationalistische regering was niet in staat de economische en maatschappelijke problemen, versterkt door de gevolgen van de Japanse bezetting, het hoofd te bieden. De communistische partij kreeg steeds meer aanhang. In 1949 riep Mao Zedong de communistische Volksrepubliek uit. Chiang Kaishek vluchtte met zijn volgelingen naar het eiland Taiwan. De Verenigde Staten steunden de nationalisten, de Sovjet-Unie de communisten. Zo raakte China betrokken bij de Koude Oorlog. Bij de Verenigde Naties was het Taiwan dat heel China vertegenwoordigde.
Podcast: HC China VWO Waardoor verloor China zijn positie als regionale grootmacht 1842 1911

HC China VWO Waardoor verloor China zijn positie als regionale grootmacht 1842 1911

In de 19e eeuw regeerde in China de laatste keizerlijke Qing-dynastie. Het land had te kampen met politieke crises, hongersnoden en corruptie. Het centrale gezag, gebaseerd op het confucianisme, was ernstig verzwakt. Daarbij kreeg China in de loop van de 19e eeuw te maken met het moderne imperialisme. Na de opiumoorlogen verwierven Groot-Brittannië, Frankrijk en de Verenigde Staten steeds meer invloed in steden zoals Shanghai en Hongkong in het zuidoosten en oosten. Ook andere landen sloten zogenoemde ‘ongelijke verdragen’ waarmee de Chinese regering zeggenschap verloor over grondgebied en inkomsten misliep uit economische centra. Na gewapende conflicten kwamen grote delen van het keizerrijk direct in handen van Japan, Frankrijk en Rusland. Die namen sommige overheidstaken, zoals importheffingen, rechtstreeks over. Binnenlands verzet tegen het falende centrale gezag nam toe en protesten tegen de buitenlandse inmenging en beïnvloeding werden talrijker. Politieke, religieuze en etnische opstanden, zoals die van de Taiping en de Nian, werden met moeite neergeslagen. De Zelfversterkingsbeweging zette belangrijke stappen op weg naar militaire en bestuurlijke modernisering naar westers en Japans voorbeeld. Hervormers aan het hof kregen steun om eeuwenoude bestuurspraktijken geleidelijk af te schaffen of te moderniseren. De rigide ambtenarenexamens werden gestaakt en er werd begonnen met het opstellen van een grondwet. In 1900 steunde keizerinweduwe Cixi de Bokseropstand. Landloze boeren keerden zich tegen de buitenlandse aanwezigheid en blokkeerden westerse ambassades in Peking. De strafmaatregelen die de buitenlandse mogendheden vervolgens oplegden en de grotendeels mislukte hervormingspogingen van het hof versterkten de gevoelens van onvrede. Het keizerlijke bestuur verloor steeds meer steun van de bevolking en het landsbestuur functioneerde niet langer. In die omstandigheden vond in 1911 een revolutie plaats die een einde maakte aan het keizerrijk China.
Podcast: HC China VWO Introductie China 1

HC China VWO Introductie China 1

HC China VWO Introductie China 1
Podcast: HC VWO Verlichting 7 Democratische revolutie in de Caraïben Toussaint Louverture

HC VWO Verlichting 7 Democratische revolutie in de Caraïben Toussaint Louverture

HC VWO Verlichting 7 Democratische revolutie in de Caraïben Toussaint Louverture
Podcast: HC VWO Verlichting 6 Socialisme Nationalisme Feminisme Confessionalisme

HC VWO Verlichting 6 Socialisme Nationalisme Feminisme Confessionalisme

Nationalisme was een drijfveer achter de eenwording van Italië en Duitsland en leidde tot de onafhankelijkheid van verschillende nieuwe landen. De afscheiding van België in 1830 paste meer bij het liberalisme, net als de herziening van de Nederlandse grondwet door Thorbecke in 1848. Door toenemende sociale ongelijkheid en politieke bewustwording organiseerden arbeiders coöperaties, vakbonden en politieke partijen die zich oriënteerden op het socialisme. Anarchisten en communisten streefden daarbij naar een sociale revolutie zoals Karl Marx die had voorspeld, sociaaldemocraten naar geleidelijke verandering via verkiezingen. Onder meer door het burgerlijk gezinsideaal kreeg het feminisme lang weinig aanhang. In de tweede helft van de 19e eeuw ontstonden in Europa niettemin feministische bewegingen onder vooral welgestelde vrouwen én mannen. Behalve met de strijd voor kiesrecht en meer ontwikkelmogelijkheden voor vrouwen hielden vrouwen als Aletta Jacobs zich bezig met maatschappelijke thema's als prostitutie, drankmisbruik en opvoeding. Tegenstand kregen deze politieke stromingen uit religieuze en aristocratische kringen. Met het uitbreiden van het kiesrecht organiseerden deze zich in conservatieve en confessionele politieke partijen. Geconfronteerd met de sociale kwestie organiseerden zij religieuze arbeidersbewegingen en ontwikkelden eind 19e eeuw ideeën over christelijk-sociale politiek.
Podcast: HC VWO Verlichting 5 Congres van Wenen Restauratie Liberalisme

HC VWO Verlichting 5 Congres van Wenen Restauratie Liberalisme

Tijdens het Congres van Wenen in 1814-1815 probeerden de overwinnaars van Napoleon een stabiele politieke orde te scheppen. Zij herstelden veel van de situatie van vóór de Franse Revolutie en creëerden een machtsevenwicht tussen Europese staten. Toch bleven in landen als het Koninkrijk der Nederlanden veel maatregelen uit de Franse tijd van kracht, zoals de Code Napoléon. Als reactie op de restauratie, maar ook in relatie tot de industrialisering en de sociale kwestie, ontstonden in de 19e eeuw politieke stromingen en bewegingen die zich baseerden op verlichtingsideeën, zoals het liberalisme, het socialisme, het nationalisme en het feminisme. Liberalen benadrukten de vrijheid van het individu tegenover de overheid. In de 19e eeuw streden zij voor gelijke burgerrechten en uitbreiding van het kiesrecht. Socialisten benadrukten de gelijkheid van mensen, die de gemeenschap of de staat ook materieel kan garanderen. Onder invloed van Rousseau, de veroveringen van Napoleon en de Romantiek groeide in de 19e eeuw het nationalisme. Dat ging uit van broederschap binnen één volk of staat. Afhankelijk van het aantal volkeren binnen de grenzen konden staten hierdoor meer of minder samenhang krijgen.
v. 2025.02.01