Werkgeversorganisatie VNO-NCW trekt aan de bel: de Nederlandse industrie verliest zijn concurrentiepositie door hoge netwerkkosten, en een grensoverschrijdend waterstofnetwerk blijkt moeilijker te realiseren dan gedacht. Groene waterstof wordt echter als essentieel gezien voor de energietransitie. Ester Barendregt, hoofdeconoom van de Rabobank, wijst erop dat de energie-intensieve industrie voor een moeilijke opgave staat. "Daar ligt een fundamentele uitdaging."
Wat is het probleem?
Sinds de piek in 2022 gaat het minder goed met de industrie. De kosten voor energie, onduidelijkheid over de toekomst en zorgen over de infrastructuur spelen hierbij een rol. De netwerkkosten liggen in Nederland 80 procent hoger dan in Duitsland, België en Frankrijk. We wisten al dat grote industriële gebruikers veel betalen voor hun elektriciteit, vooral in vergelijking met deze landen. Kortingen spelen hierbij een belangrijke rol, iets wat Nederland vroeger ook deed. Een recent rapport richt de aandacht specifiek op netwerktarieven, die in Nederland ongeveer vier tot vijf keer hoger zijn dan in Duitsland en België, en zelfs nog hoger dan in Frankrijk.
Is er nog tegen te concurreren?
Het is inderdaad erg lastig om te concurreren, en bedrijven geven terecht aan dat ze een gelijk speelveld nodig hebben. Het grote dilemma waar de politiek mee te maken heeft, betreft de kosten. Deze zijn al hoog en zullen verder stijgen door de grote investeringen in het netwerk en vooral in de geplande offshore windmolenparken. Deze kosten moeten ergens worden gedekt. De vraag is dan: wie betaalt deze kosten? Moeten ze worden doorberekend aan de gebruikers, en zo ja, aan welke gebruikers? De keuze is tussen de grote industrieën die al moeite hebben om te concurreren, kleinere bedrijven, huishoudens, of dat de kosten worden verdeeld over alle belastingbetalers. Dit is het dilemma waar de politiek momenteel voor staat.
Maar we kunnen niet blijven subsidiëren..
De industrie wil ook niet te afhankelijk zijn van fossiele energie. Voor het afbouwen van deze afhankelijkheid zijn echter maatwerkafspraken nodig. De Nederlandse regering is bereid aanzienlijke bedragen te investeren in overleg met de bedrijven, maar dit proces kost tijd en de onzekerheid vertraagt de investeringen. Dit geldt bijvoorbeeld voor partijen die waterstof willen leveren aan grote industriële bedrijven. Ondertussen wachten producenten van groene waterstof op potentiële afnemers. Iedereen wacht op elkaar, wat problematisch is, vooral gezien de urgentie van de verduurzamingsopgave en de concurrentiepositie van de Nederlandse industrie. Het wachten op elkaar vormt een groot probleem en bemoeilijkt de noodzakelijke verduurzamingsmaatregelen.
See omnystudio.com/listener for privacy information.