Show notes
“Ik ben geboren in Bagdad, maar ik ben geen Irakees. Ik ben Koerd. En wij hebben geen land,” vertelt Armin Faizi openhartig. Zijn verhaal begint in Irak, loopt via Iran, en eindigt — voorlopig — in Dordrecht, in de wijk waar hij al jaren woont.
Armin groeide op in Iran nadat zijn ouders door politieke repressie Irak moesten verlaten. Zijn vader, een succesvol zakenman, werd vervolgd door het regime van Saddam Hoessein. “Mijn vader was een belangrijke man in de handel. Maar toen kwam de Ba’ath-partij aan de macht. Ze zeiden: ‘Alleen Arabieren mogen hier wonen. Koerden moeten weg.’”
De geschiedenis laat diepe sporen na. Armin verwijst naar het koloniale verleden: “Kurdistan was ooit één land. Maar door Sykes-Picot is het verdeeld over vier landen: Iran, Irak, Syrië en Turkije. Zo werden wij een volk zonder rechten, zonder land.”
Zijn persoonlijke geschiedenis is getekend door oorlog, geweld en verlies. “Mijn familie is afgeslacht. Bijna 160 mannen zijn vermoord. Mijn grote oom heb ik nooit gezien, mijn broer ook niet.” In de jaren ’80 gebruikte het Iraakse leger chemische wapens in Koerdisch gebied. Armin werd blootgesteld aan een aanval terwijl hij als kind met zijn vader onderweg was. “Ik kreeg longproblemen. Mijn vader ook. Zijn spieren stierven langzaam af. Hij kon zelfs geen rood vlees meer eten.”
De jaren erna volgden ziekenhuisbezoeken, zuurstofapparaten en overlevingsmodus. Armin bleef positief. “Ik sportte, ik deed fysiotherapie, fietsen, fitness. Dat heeft me in leven gehouden.”
Na jaren van wachten kwam de kans op een longtransplantatie. “In 2021 belde ik zelf: ‘Ik wil getransplanteerd worden.’” Op 24 maart 2022 kreeg hij de oproep. “Om 1 uur ’s nachts belden ze: ‘We hebben longen voor u. De beste longen ooit.’ Ik was bang, maar wist: dit is mijn kans.”
De operatie duurde bijna 24 uur. Armin werd de eerste patiënt in Nederland die de ERMUS-methode kreeg, een nieuwe aanpak bij een dubbeltransplantatie. “Ik heb geen spijt. Alleen: waarom heb ik dit niet eerder gedaan?”
Toch blijft het spannend. “De eerste drie jaar is het 50/50. Daarna 75% kans op overlijden binnen vijf jaar. Maar het hangt af van hoe je leeft. Ik moet oppassen voor ziektes. Als ik ziek word, moeten mijn medicijnen omhoog, en dat heeft bijwerkingen. Ik heb nu diabetes, mijn nieren zijn beschadigd, mijn botten ook.”
Tijdens corona leefde Armin in volledige isolatie. “Mijn ouders wonen in Engeland, ze konden niet komen. Mijn zus heeft me laatst voor het eerst weer bezocht. Dat helpt.” Toch is de eenzaamheid groot. “Ik kan niet zomaar afspreken. Ik weet nooit zeker of ik er kan zijn.”
Maar Armin laat zich niet kennen. “Ik doe elke dag vrijwilligerswerk. Ik sport. Ik wil gezond blijven.”
Ondanks twee masters – in geografie en geschiedenis – en een halve rechtenstudie, is Armin staatloos. “In Irak zeggen ze: ‘Jij bent Iraniër.’ In Iran zeggen ze: ‘Jij bent Irakees.’ En hier ben ik ook staatloos. Ik heb geen kans gehad.”
Hij groeide op in een familie van hoogopgeleide mensen. “Wij zijn handelaren. Mijn vader was beroemd. In Dubai, Libanon, Qatar — iedereen kende hem. In 1998 was ik in Dubai. Iemand vroeg: ‘Waar kom je vandaan?’ Toen ik het uitlegde, zei hij: ‘Jouw vader ken ik.’ Dat was voor mij het grootste compliment.”
Armin’s verhaal is een getuigenis van veerkracht. Van het gevecht om adem, letterlijk en figuurlijk. En van de kracht om ondanks alles door te gaan.
“Ik ben geen vrij man. Maar ik leef. En ik ben dankbaar. Dat is genoeg.”
Een leven in ballingschapVerlies en overlevenEen nieuw paar longen, een tweede levenTussen isolatie en hoopTussen alle grenzen in“Ik ben geen vrij man, maar wel een dankbare.”