Podric logo
Podcast aflevering

Wat maakte de opkomst van een stedelijke burgerij in de Nederlandse gewesten mogelijk (1050–1302)?

Historische Contexten 28 okt. '25
00:00
21:59

Show notes

Vanaf de 11e eeuw deed zich in Europa een aantal veranderingen voor. De landbouw veranderde,de bevolking groeide, de handel bloeide op en er ontstond weer een monetaire economie vangrotere omvang. In het noorden ontwikkelde vooral Vlaanderen zich tot een van de meestverstedelijkte gebieden van Europa.Om hun economische belangen te beschermen kregen, bevochten en kochten stedelingenzelfbestuur in de vorm van stadsrechten. Vanwege hun marktfunctie vertakte het netwerk tussendie steden en het verzorgingsgebied zich steeds fijner. Om zichzelf in stand te houden had de stadeen constante toestroom nodig van kapitaalkrachtige of kundige aspirant-poorters.Startpunt van stedelijke dynamiek in de Nederlandse gewesten was Atrecht. Door de hogelandbouwproductiviteit en de schapenhouderij in de regio veroverde die stad een centrale plaats inde lakennijverheid. Handelaren in deze bisschopsstad vonden aansluiting op een handelsnetwerkdat zich via jaarmarkten in Frankrijk uitstrekte tot de Italiaanse stadstaten. Rijke koopliedenversterkten hun positie door zich te organiseren in koopliedengilden. Ook door leningen teverstrekken aan edellieden kregen ze het stadsbestuur in handen.Tegen 1300 werd Atrecht als centrum van nijverheid overvleugeld door Vlaamse steden alsBrugge, die via de Noordzee aansluiting vonden op de handel met steden van de Hanze, maar ookmet gebieden in Spanje en Italië. Patriciërs in Vlaamse steden knoopten banden aan met de adelen maten zich steeds meer een adellijke levensstijl aan. Tussen hen en het gemeen, aangevoerddoor ambachtslieden, ontstonden steeds meer spanningen over bestuur en overwerkomstandigheden. Met de Guldensporenslag lieten Vlaamse ambachtslieden en boeren in 1302zien dat ze waren opgewassen tegen patriciërs en feodale heren.


Lees meer
v. 2025.02.01