Charlemagne, mijn favoriete columnist van The Economist, schreef afgelopen zomer over de ‘Belgische staat van zen’. Hij omschreef treffend hoe België voortdurend in chaos lijkt te verkeren, maar tóch stabiel en welvarend is. Een land dat niet zou moeten kunnen werken, al is het maar door de krankzinnige hoeveelheid bestuurslagen, maar tóch werkt, doordat de meeste Belgen stoïcijns de rariteiten van hun land negeren.
Wie de irritante hijgerigheid rondom de Haagse politiek dit jaar ziet, zou een beetje van die Belgische zen wensen. Want het lijkt erop alsof wij ook aan voortdurende chaos moeten gaan wennen. Met een extreem versplinterde Kamer zijn we immers niet meer dat land waar een paar grote partijen in redelijkheid tot elkaar proberen te komen. Moddergooien, geroddel, gelekte documenten en onversneden waanzin zijn het nieuwe normaal.
Dat vraagt om meer schouderophalende nuchterheid, maar de parlementaire pers verkiest vooralsnog de hype. Politiek is nog altijd Hollywood voor lelijke mensen, en zeker in Nederland, getuige de belachelijke ijdeltuiterij rondom Prinsjesdag en de focus op details, ruzies en roddels bij journalisten en commentatoren.
Een merkwaardig verschijnsel daarbij zijn overijverige glasvezelreporters, die alles wat in de Kamer wordt gezegd optikken tot nutteloze liveblogs en Twitterdraadjes, die uitsluitend als ophefmachientjes fungeren – we weten allemaal hoe het geschreven woord anders overkomt dan het gesproken woord. De politieke nerds op Twitter, die tijdens de Algemene Beschouwingen eventjes de baas zijn op het virtuele schoolplein, tweeten daar dan weer heel driftig en plechtig over, alsof het écht ergens over gaat.
En dan zijn er nog de hijgerige televisiejournalisten, die zelf een rolletje in de soap opeisen door met ingestudeerde comebacks en quasi-spontane terechtwijzingen van politici zélf de talkshows willen halen. De talkshows die, op hun beurt, gedomineerd worden door onzingesprekken over relletjes, wie met wie, dikwijls van commentatoren die niveau missen.
Wat nog het meest irriteert is de combinatie van rellerigheid met een misplaatste hang naar neutraliteit, die steeds vaker uitmondt in het normaliseren van leugens en haat. Zo zat de tafel bij Jinek deze week hartelijk te lachen om Geert Wilders, die Sigrid Kaag een heks en terrorist noemt – ‘hij is hilarisch!’ En in deze krant werd het ‘plan’ van Caroline van der Plas om 160 duizend woningen in natuurgebieden te bouwen ‘gewaagd’ genoemd. Alsof het om een uitgewerkt en uitvoerbaar idee gaat, in plaats van populistische en illegale kletskoek van een opportunist die net zoveel met de natuur heeft als haar auberginekleurige haarspoeling.
De Haagse pers ziet alles als een spel, maar wil zelf geen scheidsrechter zijn. De constante ranzigheid van extreemrechts wordt door taalgebruik subtiel vergoeilijkt, want ‘zij vertegenwoordigen toch honderdduizenden mensen’. Dikwijls zie ik een both sides-bewoording in politieke commentaren, die onterecht suggereert dat iemand als Baudet gerechtvaardigde belangen vertegenwoordigt, en niet een ordinaire complotondernemer is. Een grote fout: fel geuite overtuigingen van fatsoenlijke politici op gelijke hoogte stellen met hallucinante waanzin van extreemrechts is gevaarlijke luiheid.
De meeste Nederlanders zijn al behoorlijk geoefend in de Nederlandse staat van zen en halen hun schouders op bij al die toestanden in Den Haag. Het zal wel. Dat weet vooral Mark Rutte heel goed; hij is vaak genoeg in Brussel geweest om het leiderschap in (of door?) chaos te hebben geleerd. Zozeer zelfs dat hij met een typisch Belgische oplossing kwam voor het herstellen van zijn slechte relatie met de pers: een diner met een paar goede flessen wijn. Maar aan die Belgische zen lijkt de Haagse journalistiek voorlopig nog niet toe.
See omnystudio.com/listener for privacy information.