Show notes
De beste film over de crisis van 2008 heet niet The Big Short, maar Margin Call. Welke collega-nerd herinnert zich niet de prachtige dictie van de ijskoude Jeremy Irons, terwijl zijn dooie ziel de nagenoeg dode Kevin Spacey voor de dertigste keer uitlegt dat hij de wereld niet gaat veranderen? "We can't help ourselves."
Hopelijk komt er een nieuwe J.C. Chandor met een script om in een leeg kantoorgebouw met terminals nog zo'n meesterwerk op te nemen.
Misschien gaat het dan wel over de moeder aller crisissen, waarop de filmtitel Margin Call nog wel het meest van toepassing is: 1929. Want schrijver Andrew Ross Sorkin, auteur van het nieuwe boek met gelijknamige titel, is de rechten al aan het verkopen. En terecht.
Hij dook acht jaar het archief in om schrijfsels van bankbazen, beursbonzen, presidenten, miljonairs en zelfs de betrekkelijk schaarsere miljardairs uit te pluizen, en schreef vervolgens een boek dat met recht filmisch genoemd kan worden. Dat was tot nu toe niemand écht gelukt. Al was The Great Crash, het vorige standaardwerk van John Kenneth Galbraith uit 1955(!), ook best te pruimen.
Want slechts één ding is zo leuk als bedrijven die het fantastisch doen. Dat zijn bedrijven die spectaculair naar de mallemoeren gaan. En moedertjelief, wat gaat het goed mis in 1929, in die financieel naïevere maar toch ook zo herkenbare wereld van na de Roaring Twenties.
Heel Amerika leert lenen om auto's, huizen en aandelen te kopen, op voorspraak van bankiers als Charles Mitchell die zeggen dat zij het gewone volk willen verheffen. Op straathoeken schieten bucket shops, waar je met geleend geld kan gokken op aandelen, als paddestoelen uit de grond. En wiens aandeel daalt terwijl hij teveel heeft geleend, krijgt hem: de margin call. Of u even bij wil storten, zei de broker die Groucho Marx had beloofd dat de boel enkel stijgt.
Maar Groucho was niet de enige. Presidenten, bankiers, brokers, market makers en bazen van General Motors tot en met DuPont participeren massaal in de legale handel met voorkennis. Legendarische speculanten als Jesse Livermore, met zijn kantoor vol telefoonlijnen naar alle belangrijke markten, creëren én verliezen fortuinen uit het niks.
En wat dacht je van de pools, de compleet legale en vaak zelfs openlijke pump & dumps van toen? Michael Meehan, de belangrijkste market maker in het Nvidia van zijn tijd, RCA oftewel Radio (de toekomst!), manipuleert de prijs tot in 1929 zo sterk dat hij fusies tussen RCA, Western Union en ITT geweld aan doet. Maar ach: hij lekt wat naar de journalist die gretig opschrijft dat het aandeel gaat stijgen, hij stuurt wat collega-handelaren oftewel handlangers de beurs op, men handelt onder elkaar de prijs wat omhoog, en men dumpt het aandeel weer op een publiek dat in de analoge wereld soms pas uren later ziet dat het aandeel weer is gedaald.
De Federal Reserve is in de jaren twintig zo kersvers dat ingrijpen een hachelijke politieke optie is: misschien wordt het centrale bankexperiment wel weer opgeheven. Hmm.
Het kan maar op één manier eindigden: met voedselbanken en bijna 10.000 omgevallen banken. Maar niet voordat het feestje goed gevierd is. Met alle bizarre details van dien.
Beter wordt het leven van een beursnerd niet hoor. Smullen!
Beursnerd en Beursnerd XL
Iedere werkdag iets na elf uur werpt de Beursnerd in gesprek met presentator Thomas van Zijl een blik op de AEX, waarbij hij of zij de diepgang niet schuwt. Daarnaast is er donderdag om tien voor twaalf een langere beursanalyse. Die neemt Beursnerd XL Jochem Visser voor zijn rekening.
See omnystudio.com/listener for privacy information.