Krispijn - Gert Jan Doodkorte

Show notes
Waarom verlaten sommige mensen hun wijk nooit meer? In de wijk Krispijn, in Dordrecht, ligt het antwoord besloten in solidariteit, herkenning en een diepgeworteld gemeenschapsgevoel. Gertjan Doodkorten, geboren in Den Haag en inmiddels al meer dan dertig jaar bewoner van Krispijn, vertelt zijn verhaal in de podcastserie Door en door Krispijn. Zijn woorden geven een openhartig inkijkje in het leven in deze volkswijk.
“Je biedt gewoon aan van: joh, zou ik even helpen?”
Dat is de sfeer die Gertjan omschrijft. Ooit verrast door de cultuur in Krispijn, groeide hij er in, mede dankzij de warmte van de mensen. "Het is een volkswijk," zegt hij, "maar wel één waar iedereen voor elkaar klaarstaat."
Gertjan kwam naar Krispijn via zijn werk in de zorg én de liefde: “Ik kwam hier wonen, leerde mijn vrouw kennen — en zij wilde absoluut niet verhuizen. De familie woonde hier, haar zus zelfs pal naast ons. Dat was een groot pluspunt.”
Toch was het wennen in het begin. “In een dorp heb je afstandelijkheid tussen groepen. Hier staat iedereen voor elkaar klaar, ongeacht afkomst of religie. Dat vind ik echt een groot pluspunt van Krispijn.”
In de decennia die volgden zag Gertjan de wijk veranderen: “In het begin had je echt straten waar alleen maar Turken woonden, of alleen maar Nederlanders. Nu zie je dat het veel meer door elkaar loopt.” Volgens hem heeft dat juist iets moois opgeleverd. “Mijn overburen zijn Turks. Maar hoe ze met ons omgaan, hoe ze meeleven met wat er in de straat gebeurt — dat is heel positief.”
Hoewel hij soms twijfelde of de wijk voldoende ruimte biedt voor kinderen, ziet hij ook de kracht van de gemeenschap: “Iedereen kent ieders kind. Mensen letten op elkaars kinderen. Dat is het voordeel van kinderen opvoeden in Krispijn.”
Na een loopbaan in de betonindustrie en een medische afkeuring door rugproblemen, vond Gertjan een nieuwe roeping in het wijkwerk. Tegen wil en dank, zou je kunnen zeggen: “Mijn vrouw ging eerst naar bewonersbijeenkomsten, maar kwam teleurgesteld terug: ‘Je kan praten als Brugman, maar het helpt niks’, zei ze. Toen zei ik: als jij niet meer gaat, dan ga ik.”
Hij is inmiddels voorzitter van de Wijkraad Krispijn. Dat klinkt feestelijk, maar volgens Gertjan is het veel meer dan dat: “We zijn er niet alleen voor leuke feestjes, we zoeken ook de verbinding met de politiek. Afvalproblemen, jeugdzorg, nieuwbouw — we willen daar gewoon zeggenschap over.”
“Als je bewoners wil bereiken, moet je zelf op pad.”
Dat is zijn missie: mensen activeren, vooral jongeren. “De groep tussen 12 en 18 is eigenlijk vergeten. Die kinderen hangen op straat, worden overal weggestuurd. Dat kan niet. We zijn actief op zoek naar plekken voor een jeugdhonk. De aanhouder wint.”
Zijn betrokkenheid bij de wijk komt niet alleen voort uit praktische betrokkenheid, maar ook uit persoonlijke verwerking. “Ik heb het een en ander meegemaakt in de jeugdzorg. Twee jaar geleden ben ik gediagnosticeerd met PTSS. Daar ben ik voor behandeld. Nu voel ik me weer als die verpleegkundige van vroeger: iemand die klaarstaat om mensen te helpen. Alleen doe ik dat nu in de wijk.”
“Nu pak ik een sociale rol — ik wil mensen bewegen om naar ons toe te komen, niet alleen met problemen, ook met leuke dingen.”
Gertjan sluit af met een diepe overtuiging: “Ik zou hier tot aan mijn dood willen blijven wonen. Als het haalbaar is, blijven we gewoon hier.”
Multicultureel en verbondenKinderen op straat, maar niet alleenVan beton naar bewonersbelangenTrauma’s, verwerking en veerkracht