10 apr. '24
Bioloog Sebastian Kirppu neemt ons mee naar het nationale park Tiveden, in Midden-Zweden, precies tussen Gothenburg en Stockholm. Hij ziet een bijzonder mos, een zogenoemd signalart, dat alleen groeit op dood hout. Dat deze mossoort hier leeft, is een goed teken. Het wijst op een gezond ecosysteem. In Tiveden groeien verschillende soorten bomen, van verschillende leeftijden. De grond is bedekt met mos en bessenstruiken. Er staat en ligt veel dood hout, wat volgens Sebastian essentieel is voor een keur aan beestjes, schimmels en zeldzame mossen. Over een maand of twee, als de lente aanbreekt, gonst het hier van het leven. In Tiveden wonen steenbokken, vossen, hazen en bevers. Je kan hier kraanvogels tegenkomen, een houtsnip, een gaai, verschillende soorten spechten en uilen. Dit bos lijkt in niets op de plantagebossen waar Zweden vol mee staat. Die uitsluitend bestaan uit sparren, allemaal van dezelfde leeftijd, en waar verder amper iets leeft of groeit. Dat roept de vraag op: wat maakt een bos eigenlijk een bos? Als je rijen bomen aanplant, allemaal van dezelfde soort, met het doel die na zo’n 70 jaar te oogsten; is dat dan net zo goed een bos als Tiveden een bos is? Dit soort bos, waar Zweden ooit vol mee stond, verdwijnt volgens Sebastian Kirppu snel. Zo’n 8 à 9 procent van het oude woud is formeel beschermd, maar van de rest is het voortbestaan niet zeker. Door een gebrek aan plantagehout dat oud genoeg is om te oogsten, wijken sommige bosbezitters uit naar bos met een hoge beschermingswaarde. Ofwel: bos met een grote biodiversiteit, en met uitsterven bedreigde soorten. Kan dat zomaar? De Zweedse Boswet schrijft voor dat ‘milieu en economie even zwaar moeten wegen’. Maar het beleid is soepel. ‘Vrijheid onder verantwoordelijkheid’, noemt de regering dat. Van de bosbezitters wordt een grotere verantwoordelijkheid en achtzaamheid jegens de natuur verwacht dan het wetboek voorschrijft. De Zweedse regering lijkt niet van plan het bosbeleid aan te scherpen. Integendeel: volgens politici zouden bosbezitters nog meer vrij baan moeten krijgen dan ze nu al hebben. Dan rest de vraag: kan Europa het Zweedse bos nog redden? Over de maker Anne Grietje Franssen (1990) is een freelance Scandinavië-correspondent voor onder meer Trouw en het FD. Ze is een geboren Amsterdamse, maar woont sinds 2017 op een autovrij eiland voor de Zweedse westkust. Momenteel schrijft ze twee boeken; een over de inheemse Sami en de invloed van de ‘groene industrieën’ op hun land, levenswijzen en cultuur en een over het kleine eilandbestaan.See omnystudio.com/listener for privacy information.