26 jun. '24
Hoe zit het met evenwicht in de biologie, is dat net zo als in de scheikunde? Een helemaal niet zo’n simpele vraag. We praten makkelijk over evenwicht, maar we duiden er vaak heel verschillende dingen mee aan.
Zonder verstoring geen verandering is het principe, maar hoe groot of klein kan die verstoring zijn? Hoe stabiel is het evenwicht? Wat bedoelen we als we iemand evenwichtig noemen? Dat ligt toch niet alleen maar aan onze evenwichtsorganen (bij onze oren). Want die zorgen ervoor dat we rechtop blijven staan (ook belangrijk). Evenwichten hangen altijd van de omstandigheden af. Vaak zijn ze labiel, kunnen ze makkelijk verstoord worden. Daar maken we gebruik van in het wegen met een balans. Soms zijn evenwichten stabieler, als we stevig staan, of als een rotsblok vast ligt in een bergspleet. Dat zal misschien alleen door een aardbeving van zijn plaats kunnen komen. Evenwicht in de scheikunde leverde de Nederlander van ’t Hoff in 1904 de nobelprijs op. Hij formuleerde wetmatigheden waarin twee tegengestelde chemische reacties in evenwicht zijn. Daar kwam veel wiskunde en warmte en arbeidsleer (thermodynamica) bij te pas. In de economie zijn veel theorieën bedacht over evenwichten, bijvoorbeeld tussen vraag en aanbod. Helaas voor de economen gooit de wispelturigheid van mensen vaak roet in het eten.In ons lichaam schommelen zaken als de hoeveelheid hormoon of lichaamstemperatuur vaak tussen twee grenswaarden. Een soort dansend evenwicht, zoals de verwarming onze huiskamertemperatuur regelt. In de ecologie werd vroeger nogal losjes over evenwichten in de natuur gepraat. Vaak bedoelde men dat er een balans was in een populatie, tussen eten en gegeten worden, tussen voortplanting en dood. En een gedachte daarbij was dat in soortenrijke omgevingen de kans toeneemt dat populaties zich bij verstoring weer herstellen (stabiel zijn). Daar zit wel wat in, in ieder geval zijn we nu wel op de verkeerde weg. Terwijl een honderd jaar geleden de extensieve landbouw gunstig was voor veel soorten, is daar nu bar weinig van over, en neemt de kans op verdere verstoring, ook via het klimaat alleen maar toe. Nu ja, zonder de mens zou Nederland uiteindelijk niet alleen weer veel kleiner worden, door de binnendringende zee. Maar het vermoede eind (climax) stadium is dat van een moerasgebied, met veel bomen. In elk geval zolang de zon blijft schijnen.
Schrijf je nu in op onze gratis nieuwsbrief www.mennoenerwin.nl