Podric logo
Podcast
Historische Contexten

Historische Contexten

David Hof
In deze podcastserie worden de Historische Contexten uit de syllabus Geschiedenis VWO en HAVO behandeld. Als je alle afleveringen luistert, hoor je alle informatie die je nodig hebt voor het onderdeel Historische Contexten voor je eindexamen. Natuurlijk moet je nog wel goed oefenen met je vaardigheden, bijvoorbeeld door vragen te oefenen.
Lees meer
Afleveringen - Pagina 2
Podcast: Historische Contexten VWO Verlichting 1. Welke ideeën ontstonden tijdens de Verlichting over een meer rechtvaardige samenleving (1650-1789)?

Historische Contexten VWO Verlichting 1. Welke ideeën ontstonden tijdens de Verlichting over een meer rechtvaardige samenleving (1650-1789)?

1. Welke ideeën ontstonden tijdens de Verlichting over een meer rechtvaardige samenleving (1650-1789)?  Kenmerkende aspecten  23 Het streven van vorsten naar absolute macht  26 De wetenschappelijke revolutie  27 Rationeel optimisme en een ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen  28 Voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk bestuur een eigentijdse verlichte vorm te geven (verlicht absolutisme)  In de 17e eeuw zorgden ontdekkingsreizen, ambachtelijke technieken, humanistische tekstanalyse, het rationalisme van Descartes en het empirisme van Locke voor de wetenschappelijke revolutie. Nieuwe inzichten en ontdekkingen, zoals de natuurwetten van Newton, leidden tot discussies over de positie van godsdienst in de samenleving. Een belangrijk gevolg van deze debatten was dat godsdienst en geweten steeds minder als verantwoordelijkheid van staat of vorst werden gezien, maar als zaken van het individu.  Verlichte denkers vonden dat wetenschappelijke methoden ook moesten worden toegepast op de samenleving. Traditie, religieuze praktijken en bestaande gezagsverhoudingen moesten worden getoetst aan criteria van redelijkheid. Samen met ideeën over opvoeding, onderwijs en de verspreiding van kennis leidde deze maatschappijkritiek tot optimisme en geloof in maatschappelijke vooruitgang, al werden er ook toen al vraagtekens gezet bij de reikwijdte van het menselijke verstand. Verlichte denkers als Locke en later Rousseau gingen uit van natuurrechten en het idee van een sociaal contract, waarbij alle macht uiteindelijk uitging van het volk zelf. Rousseau koppelde daaraan ideeën over vrijheid en gelijkheid van ook armen en slaven, en over vormen van directe democratie op basis van de algemene wil. V an grote invloed waren daarnaast de ideeën van Montesquieu over de scheiding der machten. De economische ideeën van Adam Smith zorgden voor een herwaardering van de verhoudingen tussen overheid en economie, en de rol die rationeel eigenbelang hierin speelde.  Een ander gevolg van de verlichting was de verandering in politieke cultuur. Nieuwe ideeën vonden brede verspreiding en werden privé en in het publieke domein uitvoerig besproken. Voor het eerst moesten vorsten rekening houden met de publieke opinie in alle lagen van de bevolking. Publicatie van verlichtingsideeën werd angstvallig in de gaten gehouden en soms verboden. Centralisatie door vorsten, gelegitimeerd door het droit divin, zorgde voor spanningen. In sommige landen omarmden vorsten elementen van het verlichtingsdenken, zonder dat zij het absolutisme loslieten.
Podcast: HC Havo Nederland 1978 2008

HC Havo Nederland 1978 2008

2. Waardoor veranderden de maatschappelijke verhoudingen in Nederland tussen 1978-2008? Kenmerkende aspecten 45 De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog 47 De eenwording van Europa 48 De toenemende westerse welvaart die vanaf de jaren zestig van de twintigste eeuw aanleiding gaf tot ingrijpende sociaal-culturele veranderingsprocessen 49 De ontwikkeling van pluriforme en multiculturele samenlevingen Tijdens de economische crisis van de jaren 1980 rees kritiek op de verzorgingsstaat, die te bureaucratisch en te duur werd bevonden. Regeringen onder Lubbers kozen voor een liberaal beleid. Zij voerden een bezuinigingspolitiek, beperkten de verzorgingsstaat en privatiseerden staatsbedrijven. Het poldermodel garandeerde daarbij politieke en economische rust. Aan het einde van de jaren 1980 herstelde de economie zich. Als handelsland profiteerde Nederland van de Europese samenwerking en de globalisering. Nederland was voorstander van verdere samenwerking in Europa. Afgesloten onder Nederlands voorzitterschap, legde het Verdrag van Maastricht de basis voor de Europese Unie en de invoering van de euro.  Tot 2008 kende Nederland een grote economische bloei, maar ook een toename van de sociale verschillen. In plaats van het sociaaldemocratische idee van de maakbare samenleving was een liberaal vertrouwen in de zelfredzaamheid van burgers dominant geworden. De kleinere 
Podcast: HC Havo Nederland 1948 1978

HC Havo Nederland 1948 1978

1. Waardoor veranderden de maatschappelijke verhoudingen in Nederland van 1948 tot 1978?  Kenmerkende aspecten:  45 De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog 46 De dekolonisatie die een eind maakte aan de westerse hegemonie in de wereld 47 De eenwording van Europa 48 De toenemende westerse welvaart die vanaf de jaren zestig van de twintigste eeuw aanleiding gaf tot ingrijpende sociaal-culturele veranderingsprocessen 49 De ontwikkeling van pluriforme en multiculturele samenlevingen  Na de Tweede Wereldoorlog werden de verzuilde verhoudingen van voor de oorlog aanvankelijk hersteld. Nederland begon aan een snelle wederopbouw, waarbij de Marshallhulp steun bood. De Koude Oorlog en het begin van Europese samenwerking lieten zien dat Nederland niet langer een neutraliteitspolitiek voerde. Direct na de Tweede Wereldoorlog was er sprake van een babyboom. De natuurlijke bevolkingsgroei zette zich in de eerste decennia na de oorlog voort. In de jaren 1950 en 1960 kende Nederland een periode van economische groei en toenemende industrialisatie. Met geleide loonpolitiek stimuleerden de rooms-rode regeringen de export en de werkgelegenheid. Daarnaast profiteerde Nederland van het economisch herstel van Duitsland en de vondst van aardgas in Groningen. Leidend was het idee van een maakbare samenleving met meer economische gelijkheid als ideaal. Door de toenemende welvaart konden politici en sociale partners samen bouwen aan een verzorgingsstaat.  Na de invoering van de AOW in 1957 werd sociale wetgeving verder uitgebreid. Vanaf het begin van de jaren 1960 stegen de lonen sterk. In Nederland ontstond een consumptiemaatschappij. In veel huishoudens deden apparaten hun intrede en voor steeds grotere groepen werd een vakantie mogelijk, ook in het buitenland. De groeiende welvaart ging hand in hand met verstedelijking en groeiende mobiliteit. Na de jaren 1950 was er sprake van ontzuiling van het sociale en het politieke leven. Nieuwe politieke partijen en omroepen, zoals D’66 en Veronica, kwamen op en er ontstond een jongerencultuur. De jeugd kreeg de beschikking over meer vrije tijd en geld en een deel van de jongeren volgde steeds langer onderwijs. Mede onder invloed van popmuziek uit Engeland en de Verenigde Staten ontstonden er vanaf het eind van de jaren 1950 jongerenbewegingen, zoals de nozems.  In de jaren 1960 begonnen groepen jongeren, zoals de provo’s en de hippies, zich te verzetten tegen de consumptiemaatschappij. Zij bespotten het gezag van oudere generaties en eisten meer inspraak. De positie van vrouwen veranderde. In 1956 kwam een einde aan de wettelijke handelingsonbekwaamheid van getrouwde vrouwen. Later streden feministes van de tweede golf, zoals Man Vrouw Maatschappij en Dolle Mina, voor gelijke rechten en kansen. De introductie en acceptatie van de anticonceptiepil, nieuwe echtscheidingswetgeving en onderwijsdeelname van meisjes zorgden voor grote, soms ook plotselinge maatschappelijke veranderingen.  Begin jaren 1950 was Nederland een emigratieland van waaruit mensen naar landen als Australië, Nieuw-Zeeland en Canada trokken. De dekolonisatie van Indonesië en Suriname zorgde voor de al dan niet vrijwillige komst van groepen migranten naar ons land. Vanaf eind jaren 1960 huurden werkgevers zogenoemde gastarbeiders in, eerst uit Zuid-Europa, later uit Turkije en Marokko, die later ook het recht kregen op gezinshereniging. De oliecrisis maakte in 1973 een einde aan jarenlange economische groei. Nederland kon de gevolgen daarvan nog enkele jaren opvangen. Rond 1980 was er sprake van een economische crisis die de samenleving en de verzorgingsstaat onder druk zette.
Podcast: HC HavoVwo Duitsland 1918 1991 Val van Muur en Hereniging 1961 1991

HC HavoVwo Duitsland 1918 1991 Val van Muur en Hereniging 1961 1991

Wat verklaart de hereniging van de beide Duitslanden en hun succesvolle integratie in Europa (1961-1991)?  Kenmerkende aspecten:  45 De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog 47 De eenwording van Europa 48 De toenemende westerse welvaart die vanaf de jaren zestig van de 20e eeuw aanleiding gaf tot ingrijpende sociaal-culturele veranderingsprocessen  Vanaf de jaren 1960 verbeterden de relaties tussen de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten. Tijdens deze detente probeerde Brandt met zijn Ostpolitik de relatie met de DDR en andere Oost-Europese landen te verbeteren. In 1972 erkenden de BRD en de DDR elkaar als gelijkwaardige staten in de internationale politiek. Toch hield de Bondsrepubliek vast aan het streven naar Duitse eenheid. Om de goede verhouding met het Westen te waarborgen zette Brandt zich actief in voor Europese integratie.  DDR-leider Honecker stond open voor de Ostpolitik maar zag de Duitse deling als definitief. Kritiek van jongeren op de consumptiecultuur en de beperkt gebleven denazificatie ontaardde in de BRD in deze tijd in links terrorisme. Groepen die hiervoor verantwoordelijk waren, zoals de Baader-Meinhof Gruppe, ontvingen steun vanuit de DDR. In de tweede helft van de jaren 1980 probeerde Gorbatsjov de Sovjet-Unie met zijn beleid van glasnost en perestrojka te hervormen. Omdat voor het slagen daarvan medewerking van het Westen nodig was liet hij de Brezjnevdoctrine los. De DDR-leiding keerde zich af van deze liberale koers van de Sovjet-Unie omdat zij de gevolgen van hervormingen vreesde.  Veel inwoners van de DDR, die via de televisie het leven in West-Duitsland zagen, waren ontevreden. In 1989 ontstond een protestbeweging voor meer vrijheid en politieke hervormingen in de DDR. Via enkele Oost-Europese landen, die in 1989 hun grenzen hadden opengesteld, trokken veel DDR-burgers naar het Westen. Op 9 november 1989 viel de Berlijnse muur. Het jaar erop, in 1990, werd Duitsland herenigd, met Berlijn als nieuwe hoofdstad. Met het uiteenvallen van de SovjetUnie kwam in 1991 de Koude Oorlog ten einde.  In ruil voor Franse steun voor de hereniging en de uitbreiding van de Europese Unie met landen uit het voormalige Oostblok accepteerde Bondskanselier Kohl de invoering van de Euro. Op binnenlands gebied worstelde het nieuwe Duitsland met de integratie van de voormalige DDR: Oost-Duitsland kampte met de economische en mentale gevolgen van het totalitaire regime. Naast de hereniging vormde ook immigratie een uitdaging voor de Duitse democratie. Het verenigde Duitsland integreerde snel in Europa, waarin het steeds meer een leidende rol op zich nam.
Podcast: HC Havo Duitsland 1918 1991 Hoezeer beïnvloedde het ontstaan en het verloop van de Koude Oorlog 1945 1961

HC Havo Duitsland 1918 1991 Hoezeer beïnvloedde het ontstaan en het verloop van de Koude Oorlog 1945 1961

Hoezeer beïnvloedde het ontstaan en het verloop van de Koude Oorlog de geschiedenis van Duitsland na de Tweede Wereldoorlog (1945-1961)?  Kenmerkende aspecten: 37 De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie 38 Het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme en fascisme/nationaalsocialisme 45 De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog 47 De eenwording van Europa 48 De toenemende westerse welvaart die vanaf de jaren zestig van de 20e eeuw aanleiding gaf tot ingrijpende sociaal-culturele veranderingsprocessen  Na een harde strijd versloegen de westerse geallieerden en de Sovjet-Unie Duitsland, dat zich in mei 1945 onvoorwaardelijk overgaf. Het land was sociaal, economisch, politiek en moreel ontwricht; de buitengrenzen waren verlegd en een grote stroom aan Heimatvertriebene, terugkerende soldaten en slachtoffers van het naziregime kwam op gang. Volgens afspraak verdeelden de geallieerden Duitsland in vier bezettingszones, waarin zij elk begonnen met denazificatie.  Door verschil in opvatting over de opbouw van naoorlogs Europa en het bewaren van vrede rezen er spanningen tussen de Sovjet-Unie en de westerse geallieerden. In de sovjetzone wilde Stalin communistische regimes installeren. Met de Trumandoctrine, het Marshallplan en het stimuleren van Europese eenwording wilden de Verenigde Staten een dam opwerpen tegen communistische expansie. Tijdens de Blokkade van Berlijn in 1948 wisten de Amerikanen West-Berlijn door een luchtbrug te behouden.  In de westelijke bezettingszone werd in 1949 de Bondsrepubliek Duitsland opgericht, met West-Berlijn als onderdeel ervan. In de sovjetzone werd hierop in hetzelfde jaar de Duitse Democratische Republiek opgericht, een volksdemocratie naar het model van de Sovjet-Unie. Door het beleid van Adenauer, gericht op snelle integratie in het Westen, en door het Wirtschafstwunder ontwikkelde West-Duitsland zich in de jaren 1950 tot een stabiele democratie. Het land werd lid van internationale organisaties zoals de NAVO en de EGKS. Adenauer erkende de DDR niet en hield vast aan het ideaal van Duitse eenheid. Mede door de nadruk te leggen op stabiliteit en wederopbouw verschoof in de BRD de kritische confrontatie met het naziverleden snel naar de achtergrond.  De DDR profileerde zich als ideologische erfgenaam van het communistische verzet tegen de nazi’s. Haar leiders wilden een socialistische staat creëren waarbinnen het fascisme geen kans meer zou krijgen. Onder Ulbricht werd de DDR in de jaren 1950 een totalitaire dictatuur naar voorbeeld van de SovjetUnie. Vooral na de mislukte opstand in 1953 stond haar bevolking onder strenge controle van de Staatssicherheitsdienst. Door deelname aan het Warschaupact en de Comecon werd de DDR een integraal deel van het Oostblok. Herstelbetalingen aan de Sovjet-Unie en een slecht functionerende planeconomie zorgden voor economische malaise. Op zoek naar politieke en economische vrijheden vluchtten DDR-burgers naar het Westen, hetgeen met de bouw van de Berlijnse muur in 1961 stopte. De Verenigde Staten erkenden de invloedsfeer van de Sovjet-Unie en grepen niet in
Podcast: HC HavoVwo Duitsland 1918 1991 Opkomst Nazis en WO II

HC HavoVwo Duitsland 1918 1991 Opkomst Nazis en WO II

Historische context: Duitsland in Europa 1918 -1991  1. Wat leidde tot de opkomst van het nationaalsocialisme en welke gevolgen had dit voor Duitsland en Europa (1918-1945)?  Kenmerkende Aspecten: 37 De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie 38 Het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme en fascisme/nationaalsocialisme 39 De crisis van het wereldkapitalisme 40 Het voeren van twee wereldoorlogen 41 Racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder op de joden 42 De Duitse bezetting van Nederland  In de laatste dagen van de Eerste Wereldoorlog werd in het Duitse keizerrijk de republiek uitgeroepen. De sociaaldemocratische regering tekende de wapenstilstand en begon met de opbouw van een parlementaire democratie. Door tegenstand van de conservatieve elite en extremistische groepen van links en rechts was die democratie vanaf het begin wankel. Een groot deel van de Duitse bevolking had weinig vertrouwen in de leiders van de Republiek. Gevoed door de dolkstootlegende hielden zij hen verantwoordelijk voor de nederlaag in de Eerste Wereldoorlog en het opgelegde Verdrag van Versailles uit 1919.  De Duitse economie had te lijden van de hoge herstelbetalingen en het verlies van grondstofrijke gebieden. Zij bloeide pas weer op dankzij het Dawesplan en de verzoeningspolitiek met Frankrijk. De beurskrach van 1929 trok Duitsland daarna mee in een diepe economische crisis. Van de hernieuwde politieke instabiliteit profiteerde de NSDAP onder leiding van Adolf Hitler. Door grootscheepse propaganda en paramilitair vertoon groeide deze ultrarechtse en antisemitische partij uit tot een massaorganisatie. Hitler beloofde dat hij alleen het land zou leiden naar welvaart en nationale eenheid en het verdrag van Versailles ongedaan zou maken. Nadat zijn partij bij verkiezingen de grootste was geworden werd hij in 1933 benoemd tot rijkskanselier.  Met de machtigingswet die na de Rijksdagbrand werd aangenomen zette het parlement zichzelf buitenspel en kwam de Republiek van Weimar ten einde. Direct na hun aantreden begonnen de nazi's met de opbouw van een totalitair regime. Met terreur en propaganda nazificeerden zij de samenleving. Tot de eerste slachtoffers behoorden politieke tegenstanders, gevolgd door degenen die niet tot de Volksgemeinschaft behoorden. Doordat het regime snel economisch herstel leek te realiseren kreeg het lang steun van grote delen van de bevolking. De eis tot aansluiting van Duitstalige gebieden leidde tot de Conferentie van München in 1938. Met de appeasementpolitiek probeerde Groot-Brittannië oorlog nog te voorkomen.  Na de inval in Polen in 1939 verklaarden Groot-Brittannië en Frankrijk Duitsland de oorlog. Dat veroverde snel grote delen van Europa, waaronder Nederland, stelde daar de rechtsstaat buiten werking en voerden arbeidsdienst in. In het bijzonder joden werden overal systematisch uitgesloten van het openbare leven en uiteindelijk getransporteerd naar vernietigingskampen.
Podcast: HC HavoVwo Duitsland 1918 1991 Introductie Eenwording en WO I

HC HavoVwo Duitsland 1918 1991 Introductie Eenwording en WO I

Het ontstaan van de eenheidsstaat Duitsland in 1871 tot het einde van de Eerste Wereldoorlog
Podcast: Historische Contexten VWO Steden en Burgers 11 Waardoor kwam de bloeiperiode van de Republiek ten einde

Historische Contexten VWO Steden en Burgers 11 Waardoor kwam de bloeiperiode van de Republiek ten einde

In hoeverre bepaalde de burgerij de ontwikkelingen in de Republiek in de Gouden Eeuw (1602-1700)?  Kenmerkende aspecten  23 Het streven van vorsten naar absolute macht 24 De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek 25 Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie Veel regenten trokken zich terug uit de handel van de Republiek, leenden hun geld uit aan buitenlandse ondernemers en machthebbers en probeerden hun politieke en economische macht veilig te stellen. Dit riep onvrede op bij het gemeen, dat minder had geprofiteerd van de relatieve welvaart van de Gouden Eeuw. Dat stelde zich steeds Oranjegezinder op, terwijl regenten als Johan de Witt juist staatsgezind en tegen de Oranjes waren. Het Rampjaar 1672 luidde het einde in van de Gouden Eeuw. Investeringen in het buitenland en oligarchisering namen daarna toe. Door toenemende concurrentie in de wereldhandel raakte de Republiek haar leidende positie kwijt aan Engeland en nam Londen de rol van Amsterdam als centrum van handel en bankwezen over.
Podcast: Historische Contexten VWO Steden en Burgers 10 Welke invloed hadden buitenlandse politieke ontwikkelingen op het afnemen van de macht van de Republiek

Historische Contexten VWO Steden en Burgers 10 Welke invloed hadden buitenlandse politieke ontwikkelingen op het afnemen van de macht van de Republiek

In hoeverre bepaalde de burgerij de ontwikkelingen in de Republiek in de Gouden Eeuw (1602-1700)?  Kenmerkende aspecten  23 Het streven van vorsten naar absolute macht 24 De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek 25 Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie In de periode na 1648 stabiliseerde de situatie in de omliggende landen zich. Engeland en het absolutistische Frankrijk voerden een mercantilistisch beleid waar de handel van de confederale Republiek onder leed. Veel regenten trokken zich terug uit de handel van de Republiek, leenden hun geld uit aan buitenlandse ondernemers en machthebbers en probeerden hun politieke en economische macht veilig te stellen.
Podcast: Historische Contexten VWO Steden en Burgers 9 Hoe ontwikkelden steden zich in de Republiek in de 17e eeuw

Historische Contexten VWO Steden en Burgers 9 Hoe ontwikkelden steden zich in de Republiek in de 17e eeuw

.In hoeverre bepaalde de burgerij de ontwikkelingen in de Republiek in de Gouden Eeuw (1602-1700)? Kenmerkende aspecten  23 Het streven van vorsten naar absolute macht 24 De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek 25 Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie In Holland en Utrecht ontstond een ring van steden die al in de 17e eeuw verbonden waren met een netwerk van openbaar vervoer. De snelheid en omvang van de groei was het meest zichtbaar in Amsterdam, dat door haar stapelmarktfunctie en haar eigen versie van de koopmansbeurs een reeks aan grote uitbreidingen nodig had: de grachtengordel. Rijke kooplieden investeerden in steeds betere molens, droogmakerijen en de teelt van nieuwe gewassen, maar verkregen ook adellijke titels en lieten stadspaleizen en buitens bouwen om hun status te verhogen. Onder hen vonden kunstenaars als Rembrandt een enorme markt. Ook kooplieden van buitenlandse afkomst konden binnen de Republiek relatief snel opklimmen.