Podric logo
Podcast
Historische Contexten

Historische Contexten

David Hof
In deze podcastserie worden de Historische Contexten uit de syllabus Geschiedenis VWO en HAVO behandeld. Als je alle afleveringen luistert, hoor je alle informatie die je nodig hebt voor het onderdeel Historische Contexten voor je eindexamen. Natuurlijk moet je nog wel goed oefenen met je vaardigheden, bijvoorbeeld door vragen te oefenen.
Lees meer
Afleveringen
Podcast: HC China VWO 4 Waardoor heeft de Volksrepubliek zich kunnen ontwikkelen tot een grootmacht 1949 2001

HC China VWO 4 Waardoor heeft de Volksrepubliek zich kunnen ontwikkelen tot een grootmacht 1949 2001

Onder de communistische partij werd het centrale gezag hersteld. Buitenlandse invloed werd geweerd, al bleven Hongkong en Macao in buitenlandse handen. De communistische partij propageerde klassenstrijd en richtte zich daarbij vooral op boeren en arbeiders. Een programma van herverdeling van de grond én modernisering van landbouw en industrie naar voorbeeld van de Sovjet-Unie ging van start. Na de dood van Stalin bekoelden de onderlinge relaties. Met de Grote Sprong Voorwaarts probeerde de Volksrepubliek op eigen kracht in korte tijd een industriële wereldmacht te worden. Het project mislukte en een enorme hongersnood volgde. In 1962 koos de communistische partij voor een pragmatisch economisch beleid. Dit leidde tot een breuk met de Sovjet-Unie en tot internationaal isolement van China. Door betrekkingen aan te knopen met andere niet-gebonden landen probeerde China haar invloed uit te breiden in Azië, Latijns-Amerika en Afrika. De Culturele Revolutie was een nieuwe poging om samenleving en economie ingrijpend te hervormen. De partij werd gezuiverd en rond de persoon van Mao werd een cultus gecreëerd. Rode gardisten namen het voortouw in een beweging die sterk antitraditioneel, anti-intellectueel en xenofoob was, en die de gehele samenleving ontwrichtte. In de vroege jaren 1970 kwam er toenadering tot de Verenigde Staten. De Volksrepubliek kreeg een eigen vertegenwoordiging bij de Verenigde Naties. Na de dood van Mao in 1976 brak China met het gedachtegoed van de Culturele Revolutie. De nieuwe partijleider Deng Xiaoping zette een koerswijziging in gang onder de naam Vier Moderniseringen: modernisering van de landbouw, van wetenschap en technologie, de industrie en de defensie. Deze liberalisering gold niet voor de politiek. Voorstanders van politieke hervormingen en democratisering werd het zwijgen opgelegd, zoals onder andere de studentendemonstraties op het Plein van de Hemelse Vrede in 1989 lieten zien. De machtspositie van de partij bleef onaantastbaar. Onder Jiang Zemin bleef de nadruk liggen op economische ontwikkeling. Eind jaren 1990 vond de overdracht van Hongkong en Macao plaats, symbolisch voor de veranderde relatie met het westen. In 2001 trad China toe tot de Wereldhandelsorganisatie. De Volksrepubliek was daarmee uitgegroeid tot een economische én politieke wereldmacht met een communistisch bewind dat kapitalistisch maar niet democratisch denkt en handelt.
Podcast: HC China VWO 3 Waardoor ontstond de Volksrepubliek China 1912 1949

HC China VWO 3 Waardoor ontstond de Volksrepubliek China 1912 1949

In 1912 stichtte Sun Yat-sen de Republiek China. Zijn nationalistische partij, die zich inzette voor democratie, nationalisme en socialisme, won de eerste parlementsverkiezingen. Al snel greep generaal Yuan Shikai de macht en zette president Sun Yat-sen af. Het land viel uiteen en werd geregeerd door plaatselijke militaire machthebbers. De invloed en bemoeienis van de buitenlandse mogendheden bleef groot. Uit protest daartegen en tegen het uitblijven van veranderingen ontstond de 4 Meibeweging. Onder invloed van westerse, Japanse en Chinese voorbeelden zette die zich in voor een modernisering van de republiek op bestuurlijk, sociaal en cultureel gebied. Deze beweging kreeg een politieke vertaling in de Chinese Communistische Partij. De nationalistische en communistische partijen kregen allebei steun van de Sovjet-Unie en werkten samen in de strijd tegen buitenlandse invloeden en binnenlandse verbrokkeling. Tijdens de Noordelijke Veldtocht veroverde het gecombineerde nationalistische-communistische leger onder leiding van Chiang Kaishek grote gebieden. Na een bloedige breuk met de communisten herstelden de nationalisten in 1927 het centrale gezag. De nieuwe regering bracht een proces van industrialisatie op gang, verbeterde de infrastructuur en maakte gedeeltelijk een einde aan de ongelijke verdragen. Corruptie bleef echter wijdverbreid en politieke tegenstanders werden vervolgd. Bovendien kreeg de regering niet alle delen van het rijk volledig onder haar gezag. In 1931 bezette Japan de provincie Mantsjoerije en vestigde daar een fascistisch geïnspireerd en wreed regime. De laatste Chinese keizer Puyi stond als symbolische heerser aan het hoofd van deze marionettenstaat, van waaruit verdere delen van China werden ingenomen. In de jaren 1930 en 1940 bestreden de nationalisten en communisten elkaar maar werkten noodgedwongen ook samen tegen Japan. Na de capitulatie van Japan brak er tussen de beide partijen een burgeroorlog uit. De nationalistische regering was niet in staat de economische en maatschappelijke problemen, versterkt door de gevolgen van de Japanse bezetting, het hoofd te bieden. De communistische partij kreeg steeds meer aanhang. In 1949 riep Mao Zedong de communistische Volksrepubliek uit. Chiang Kaishek vluchtte met zijn volgelingen naar het eiland Taiwan. De Verenigde Staten steunden de nationalisten, de Sovjet-Unie de communisten. Zo raakte China betrokken bij de Koude Oorlog. Bij de Verenigde Naties was het Taiwan dat heel China vertegenwoordigde.
Podcast: HC China VWO Waardoor verloor China zijn positie als regionale grootmacht 1842 1911

HC China VWO Waardoor verloor China zijn positie als regionale grootmacht 1842 1911

In de 19e eeuw regeerde in China de laatste keizerlijke Qing-dynastie. Het land had te kampen met politieke crises, hongersnoden en corruptie. Het centrale gezag, gebaseerd op het confucianisme, was ernstig verzwakt. Daarbij kreeg China in de loop van de 19e eeuw te maken met het moderne imperialisme. Na de opiumoorlogen verwierven Groot-Brittannië, Frankrijk en de Verenigde Staten steeds meer invloed in steden zoals Shanghai en Hongkong in het zuidoosten en oosten. Ook andere landen sloten zogenoemde ‘ongelijke verdragen’ waarmee de Chinese regering zeggenschap verloor over grondgebied en inkomsten misliep uit economische centra. Na gewapende conflicten kwamen grote delen van het keizerrijk direct in handen van Japan, Frankrijk en Rusland. Die namen sommige overheidstaken, zoals importheffingen, rechtstreeks over. Binnenlands verzet tegen het falende centrale gezag nam toe en protesten tegen de buitenlandse inmenging en beïnvloeding werden talrijker. Politieke, religieuze en etnische opstanden, zoals die van de Taiping en de Nian, werden met moeite neergeslagen. De Zelfversterkingsbeweging zette belangrijke stappen op weg naar militaire en bestuurlijke modernisering naar westers en Japans voorbeeld. Hervormers aan het hof kregen steun om eeuwenoude bestuurspraktijken geleidelijk af te schaffen of te moderniseren. De rigide ambtenarenexamens werden gestaakt en er werd begonnen met het opstellen van een grondwet. In 1900 steunde keizerinweduwe Cixi de Bokseropstand. Landloze boeren keerden zich tegen de buitenlandse aanwezigheid en blokkeerden westerse ambassades in Peking. De strafmaatregelen die de buitenlandse mogendheden vervolgens oplegden en de grotendeels mislukte hervormingspogingen van het hof versterkten de gevoelens van onvrede. Het keizerlijke bestuur verloor steeds meer steun van de bevolking en het landsbestuur functioneerde niet langer. In die omstandigheden vond in 1911 een revolutie plaats die een einde maakte aan het keizerrijk China.
Podcast: HC China VWO Introductie China 1

HC China VWO Introductie China 1

HC China VWO Introductie China 1
Podcast: HC VWO Verlichting 7 Democratische revolutie in de Caraïben Toussaint Louverture

HC VWO Verlichting 7 Democratische revolutie in de Caraïben Toussaint Louverture

HC VWO Verlichting 7 Democratische revolutie in de Caraïben Toussaint Louverture
Podcast: HC VWO Verlichting 6 Socialisme Nationalisme Feminisme Confessionalisme

HC VWO Verlichting 6 Socialisme Nationalisme Feminisme Confessionalisme

Nationalisme was een drijfveer achter de eenwording van Italië en Duitsland en leidde tot de onafhankelijkheid van verschillende nieuwe landen. De afscheiding van België in 1830 paste meer bij het liberalisme, net als de herziening van de Nederlandse grondwet door Thorbecke in 1848. Door toenemende sociale ongelijkheid en politieke bewustwording organiseerden arbeiders coöperaties, vakbonden en politieke partijen die zich oriënteerden op het socialisme. Anarchisten en communisten streefden daarbij naar een sociale revolutie zoals Karl Marx die had voorspeld, sociaaldemocraten naar geleidelijke verandering via verkiezingen. Onder meer door het burgerlijk gezinsideaal kreeg het feminisme lang weinig aanhang. In de tweede helft van de 19e eeuw ontstonden in Europa niettemin feministische bewegingen onder vooral welgestelde vrouwen én mannen. Behalve met de strijd voor kiesrecht en meer ontwikkelmogelijkheden voor vrouwen hielden vrouwen als Aletta Jacobs zich bezig met maatschappelijke thema's als prostitutie, drankmisbruik en opvoeding. Tegenstand kregen deze politieke stromingen uit religieuze en aristocratische kringen. Met het uitbreiden van het kiesrecht organiseerden deze zich in conservatieve en confessionele politieke partijen. Geconfronteerd met de sociale kwestie organiseerden zij religieuze arbeidersbewegingen en ontwikkelden eind 19e eeuw ideeën over christelijk-sociale politiek.
Podcast: HC VWO Verlichting 5 Congres van Wenen Restauratie Liberalisme

HC VWO Verlichting 5 Congres van Wenen Restauratie Liberalisme

Tijdens het Congres van Wenen in 1814-1815 probeerden de overwinnaars van Napoleon een stabiele politieke orde te scheppen. Zij herstelden veel van de situatie van vóór de Franse Revolutie en creëerden een machtsevenwicht tussen Europese staten. Toch bleven in landen als het Koninkrijk der Nederlanden veel maatregelen uit de Franse tijd van kracht, zoals de Code Napoléon. Als reactie op de restauratie, maar ook in relatie tot de industrialisering en de sociale kwestie, ontstonden in de 19e eeuw politieke stromingen en bewegingen die zich baseerden op verlichtingsideeën, zoals het liberalisme, het socialisme, het nationalisme en het feminisme. Liberalen benadrukten de vrijheid van het individu tegenover de overheid. In de 19e eeuw streden zij voor gelijke burgerrechten en uitbreiding van het kiesrecht. Socialisten benadrukten de gelijkheid van mensen, die de gemeenschap of de staat ook materieel kan garanderen. Onder invloed van Rousseau, de veroveringen van Napoleon en de Romantiek groeide in de 19e eeuw het nationalisme. Dat ging uit van broederschap binnen één volk of staat. Afhankelijk van het aantal volkeren binnen de grenzen konden staten hierdoor meer of minder samenhang krijgen.
Podcast: HC VWO Verlichting 4 Napoleon 1799 1815

HC VWO Verlichting 4 Napoleon 1799 1815

In 1799 nam Napoleon de macht over, kroonde zichzelf tot keizer en zette de verovering van een groot deel van Europa door. In de veroverde gebieden voerde hij de Code Napoléon in, een serie wetboeken waarin veel revolutionaire ideeën waren vastgelegd.
Podcast: Historische Contexten VWO Verlichting 3. Hoe werden verlichte ideeën tijdens de democratische revoluties in Frankrijk in de praktijk gebracht (1776–1813)?

Historische Contexten VWO Verlichting 3. Hoe werden verlichte ideeën tijdens de democratische revoluties in Frankrijk in de praktijk gebracht (1776–1813)?

Kenmerkende aspecten  27 Rationeel optimisme en een ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen  29 Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden transatlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme  30 De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap   In Frankrijk leidden verlichtingsideeën in de 18e eeuw tot verzet tegen de standensamenleving. Die stelde de derde stand achter, een situatie waar ook verlichte vertegenwoordigers van de elite niet meer achter konden staan. Naar aanleiding van een acute financiële crisis kwam besloot Lodewijk XVI in 1789 de Staten-Generaal bijeen te roepen, maar de verdeelde elite had geen antwoord op de problemen. Het gevolg was een tweetal revoluties, waarvan de eerste in 1789 resulteerde in de Verklaring van de rechten van de mens en de burger en in de grondwet van 1791. In deze periode werd Frankrijk een constitutionele monarchie met censuskiesrecht en zonder privileges voor de standen.  Een tweede revolutie in 1792 resulteerde in een rechtszaak tegen de koning en een republiek onder leiding van de jakobijnen. Zij voerden algemeen stemrecht in en poogden ook economische gelijkheid af te dwingen. Onder leiding van Robespierre vervolgden zij vermeende tegenstanders van de revolutie op grote schaal en brachten hen ter dood. Ook Olympe de Gouges, schrijfster van de eerste Verklaring van de rechten van de vrouw, wachtte dit lot. Na de val van dit schrikbewind duurde het nog enkele jaren voordat er een stabiele politieke situatie ontstond.
Podcast: Historische Contexten VWO Verlichting 2. Hoe werden verlichte ideeën tijdens de democratische revoluties in de Verenigde Staten in de praktijk gebracht (1776–1813)?

Historische Contexten VWO Verlichting 2. Hoe werden verlichte ideeën tijdens de democratische revoluties in de Verenigde Staten in de praktijk gebracht (1776–1813)?

Kenmerkende aspecten  27 Rationeel optimisme en een ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen  29 Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden transatlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme  30 De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap  Via literatuur en briefwisselingen raakten verlichtingsideeën ook in de Britse koloniën in Noord-Amerika verspreid. Daar stimuleerden ze de behoefte aan meer zelfbeschikking. Tegen nieuwe Britse belastingen ontstond breed gedragen verzet. De Britse koning volgde een onbuigzame koers en in juli 1776 verklaarden dertien Britse koloniën zich gezamenlijk onafhankelijk. Het initiatief ging daarbij uit van committees of correspondence.  Leider van de onafhankelijkheidsstrijd werd George Washington, die onder een groter deel van de kolonisten steun verwierf door het pamflet Common Sense van Thomas Paine. De grondwet die uit deze strijd voortkwam weerspiegelt de ideeën van de verlichting. In de praktijk bleek het voor de Verenigde Staten lastig om de belangen van de staten in het noorden en die in het zuiden tegelijk te behartigen. Alle burgers hadden gelijke rechten, maar vrouwen, slaafgemaakten en de oorspronkelijke inwoners van het continent kregen deze rechten niet. Kolonisten noch de overheid zelf schuwden geweld tegen de inheemse bevolking.