Podcast

De Week van Verbeek | BNR
BNR Nieuwsradio
Iedere week vertelt eindredacteur online van BNR Julian Verbeek wat hem opvalt.
Afleveringen

26 sep. '25
Opgeruimd staat netjes
Vanmiddag hielp een collega met het opruimen van onze koffiehoek. Stapels ongelezen dagbladen, de ingebonden jaarcijfers van de Sligro en een maandblad over installatietechniek liggen op een rommelige stapel naast een verweesde sapcentrifuge. Het sorteren en opruimen van deze troep is een gedeelde verantwoordelijkheid, en zoals dat wel vaker gaat is dat niemands verantwoordelijkheid. Toen ik begon met werken was flexwerken helemaal hip. Tidy desk, tidy mind. Koste wat kost moest worden voorkomen dat mensen een vaste plek hadden. Want voor je het weet stapelt de rommel zich op, en worden het bureau opgesierd met kinderfoto’s. En dan ben ik nog niet eens zo lang aan het werk, een jaar of tien. Maar het is grappig om te bedenken hoe normen op de werkvloer in die tijd zijn veranderd. Zoals thuiswerken, dat was destijds iets uitzonderlijks. Bij mijn eerste baan, mocht een oudere collega op een dag tijdens de schoolvakanties vanuit huis werken. Maar wat gebeurde er? De site lag eruit. Vanuit het hele land werden een stagiair en ik bestookt met woedende mails en telefoontjes. Het lukte maar niet om die senior te bereiken. Die had haar telefoon binnen laten liggen en was haar groentetuin aan het omspitten. Een sprekend voorbeeld dat jarenlang werd voorgehouden als het argument tegen thuiswerken. Een pandemie verder, en de rollen zijn omgedraaid. Werkgevers proberen hun personeel te verleiden naar werk te komen, door de kantoortuin te herinrichten volgens het ‘clubhouse-concept’. Zitzakken, lekkere banken, goede koffie, een gemoedelijke sfeer: het kantoor moet vooral niet lijken op een plek waar wordt gewerkt. Een vriend van mij zei laatst: heb jij ooit weleens na een teamsmeeting het gevoel gehad, yeah ik heb er zin in? Precies daarom geloof ik het meest in een goede mix. Terwijl ik deze column schrijf op de BNR-redactie, gebruik ik als muismat een FD uit februari. Iemand heeft er aantekeningen op gemaakt, iemand anders heeft Friedrich Merz een snorretje gegeven. Zonder tussenkomst van een scherm kom je meer nader tot elkaar. En zelfs elkaars rommel, heeft ook wel iets gezelligs. Dit is een column van Julian Verbeek.See omnystudio.com/listener for privacy information.

12 sep. '25
Politiek van het fietspad
Ik ga iedere dag naar mijn werk op de fiets. Na jaren van forenzen kan ik daar nog altijd van genieten, zelfs als de stront van de dijken regent. Nooit gedoe met treinen of files, maar je kunt gaan precies wanneer je wil. Mijn ritje duurt ongeveer 25 minuten, afhankelijk van de stand van de wind. Want ik ben een ambachtelijke fietser, zonder elektrische doping. Maar als het heel hard waait, verschuil ik me soms achter een e-bike. Vroeger, toen niemand nog een elektrische fiets had, was het echt niet okay. Je laat niet een wildvreemde voor jou in de wind zwoegen. Maar bij elektrische fietsen vind ik dat het moet kunnen. Niet iedere elektrische fiets leent zich daarvoor, de wat gammelere, vaak van Chinese makelij zijn te traag. Die haal je zelfs met tegenwind in. VanMoofs zijn prima, behalve als het regent. Hun achterspatbord is zo afgesteld dat als je er een meter achter fietst, je een straal water in zijn gezicht krijgt. Het meest heb je aan elektrische bakfietsen, zoals Urban Arrows. Het zijn de vrachtwagens van het fietspad met een prima tempo en vooral een gigantische slipstream. Deze week was ik op de dijk weer eens in moedig gevecht met een flinke zuidwester. En precies waar de wind het sterkst was, reed een sportieve e-bike, waar ik heel graag een klein stukje op wilde meeliften. Het leek of hij mijn gedachte kon lezen. Nog voor ik goed en wel achter hem fietste, begon hij dingen naar mijn hoofd te slingeren. ‘Wat dacht ik wel niet dat ik aan het doen was’, riep hij, ‘in mijn wiel rijden, dit is geen Tour de France’. Ik voelde me een beetje betrapt, maar ik dacht: laat ik maar open kaart spelen. Dus ik zeg: ‘sorry vriend, maar ik moet zelf bewegen om vooruit te komen’. Daarmee raakte ik een gevoelige snaar, hij begon nog veel meer te pruttelen. Maar voordat ik de situatie kon de-escaleren, drukte hij op zijn stuur op het turbopowerboostknopje en verdween in de verte. Moraal van dit verhaal: we leven in politiek ontvlambare tijden, dat geldt zelfs voor de politiek van het fietspad. Dit is een column van Julian Verbeek.See omnystudio.com/listener for privacy information.

29 aug. '25
The Imitation Game
Geert Wilders, Frans Timmermans en Laurens Dassen zaten in een brainstormsessie… het klinkt als het begin van een heel matig raadsel. Maar kijk eens naar de volgende voorbeelden. De PVV belooft in haar programma om de Publieke Omroep volledig te saneren, met als doel het Mediapark in Hilversum om te vormen tot een woonwijk. GL-PvdA wil daarentegen regionale vliegvelden sluiten, op de vrijgekomen ruimte, daar bouwen ze woonwijken. VOLT wil Tata Steel sluiten om daar, u raadt het al, een woonwijk te bouwen. Tja, het idee is anders, maar het recept is overal hetzelfde. In deze geest zou het geinig zijn als de gemeenteraad van Rotterdam oproept Johan Cruyff Arena tegen de vlakte te gooien, ten behoeve van een nieuw te bouwen woonwijk Robin van Persiedorp. Altijd lullig als je denkt iets heel ingenieus te hebben bedacht, en iemand anders blijkt precies hetzelfde idee te hebben. Maar nu de originaliteit er toch vanaf is, kunnen de andere partijen hier hun voordeel mee doen. BBB kan pleiten de hele Veluwe vol te bouwen, ben je ook gelijk van de wolf af. Of de SGP alle openbare basisscholen sluiten om er gezinswoningen te bouwen met ruimtes voor gebed. Of de SP: alle golfbanen dicht en maak er collectieve woonboerderijen van. De mogelijkheden zijn eindeloos. Het was sowieso geen week van enorme Haagse originaliteit. Henri Bontenbal presenteerde zijn ‘Het kan echt anders’, in dezelfde week als Rob Jettens boek ‘ Hoe het wél kan’. Wat natuurlijk niet te verwarren is met Emile Roemers boek ‘Het kan wel’. Ach ja, imitatie is de hoogste vorm van bewondering.See omnystudio.com/listener for privacy information.

14 aug. '25
Heb jij het ook zo warm?
‘Wat is het toch heet zeg’, ‘heb jij het ook zo warm?’, ‘amper geslapen van de hitte’. Het het weer in ons land is een eindeloze bron van fascinatie en gesprek. Ik ben ermee opgevoed. Mijn eigen moeder heeft een breed scala aan termen om het weer van het moment te omschrijven. In de winter is het ‘waterkoud’, ‘snijdend koud’ of ‘vieskoud’. Maar voor je het weet is het zomer en begint de ‘drukkende hitte’ en mag het van mijn moeder ijswater gaan regenen. Deze week was er voor meteorologisch geprikkelde landgenoten zelfs een heus hitteplan ingesteld door het KNMI. Je zou kunnen zeggen dat in deze tijd van vergaande polarisering, over het weer mopperen een prettige verbindende factor is: wat je ook stemt, waar je ook voor of tegen bent, we hebben het allemaal bloedheet. Het lijkt niemand te ontgaan dat het steeds vaker snikheet is, en als het snikheet is, is het ook nog eens snikheter. En daarmee stuiten we op een vreemde dynamiek in ons land. Bij de geringste hitte is de opwinding enorm. IJsklontjes uitverkocht, airco’s niet aan te slepen, en de bejaarden worden veilig opgeborgen in iglo’s. Maar dat er een proces is waar wij zelf aan bijdragen, dat ervoor zorgt dat het weer veel extremer wordt, ondergaan we met een steeds verder doorslaande gelatenheid. Dan heb ik het natuurlijk over klimaatverandering. Het is tegenwoordig populair om te zeggen dat als je je daar druk om maakt, je vermoeiend, betweterig, hooghartig en vooral elitair bent. Dat vind ik niet met elkaar te rijmen. Klimaatverandering gaat natuurlijk om meer dan het aantal dagen per jaar dat je voor de ventilator moet zitten puffen. Maar als we ook maar de helft van de geestdrift die we inzetten om de gevolgen van hitte te bestrijden, gebruiken tegen de oorzaak ervan, dan komen we vast een heel eind. Dan komen we vast een heel eind. Dan hebben we misschien ooit weer een winter met sneeuw en ijs. Want dat blijft voorlopig een droom. Net als dat zomerse ijswater voor mijn moeder. Dit is een column van Julian Verbeek.See omnystudio.com/listener for privacy information.

8 aug. '25
De truc van verkiezingen
Politieke campagnes verlopen in drieën: drie maanden van tevoren komen partijen in actie – er komen congressen, kieslijsten en plannen. Drie weken van tevoren begint de media er aandacht aan te besteden, en drie dagen van tevoren bedenkt de kiezer zich: oh ja, shit er zijn verkiezingen. De truc van verkiezingen was van oudsher best eenvoudig: een onderwerp wordt het belangrijkste, je neemt het standpunt in dat de meeste mensen steunen, voor je het weet, zit je in het torentje. Denk aan 2012. De PvdA zei: hypotheekrenteaftrek moet weg, want het is oneerlijk voor mensen zonder huis. De VVD zei: hypotheekrenteaftrek moet blijven, anders is dat oneerlijk voor mensen met een huis. Aan het eind van de rit hadden ze samen 79 zetels. Vandaag is het ongeveer drie maanden voor de verkiezingen, een traditioneel ijkpunt, maar zo eenvoudig als in 2012 ligt het er allemaal niet meer bij. Politici hebben de media helemaal niet meer nodig om de massa te bereiken. Ze kunnen hun eigen wedstrijd spelen voor hun eigen publiek. De grote debatten worden niet meer integraal bekeken, maar vooral gebruikt om fragmentjes uit te knippen voor de eigen achterban. Verkiezingen zijn veranderd van potje trouwtrekken, in toernooi blind-simultaandammen. Dus als ik moet voorspellen waar deze verkiezingen over zullen gaan: over alles tegelijk, voor ieder wat wils. Maar na de verkiezingen zal er toch echt één regering moeten komen, die de problemen aanpakt die voor ons allemaal gelden. En dan hoop ik dat we nóg een drie kunnen toevoegen aan het rijtje van net. Een kabinet met maximaal drie fatsoenlijke partijen, die dat beschamende gestuntel van kabinet Schoof I snel doet vergeten en eindelijk weer eens wat gaat doen. Dit is een column van Julian Verbeek.See omnystudio.com/listener for privacy information.

1 aug. '25
Oasis
Vandaag beginnen we met een kort fragment, u mag raden wat het is. Natuurlijk, daar zijn maar een paar akkoorden voor nodig. Wonderwall, een liedje dat zo bekend is, dat het een cliché van zichzelf is. Het is verboden te spelen in gitaarwinkels, en zorgt voor gefronste wenkbrauwen bij menig kampvuur. Maar wat als ik je vertel dat ik deze opname zelf heb gemaakt, bij het reünieconcert van de legendarische band Oasis, in hun thuisstad Manchester. En ik overdrijf niet, als ik zeg dat dit het beste en meest indrukwekkende optreden waar ik ooit ben geweest. Het was niet alleen de muziek, maar ook de mensen. De stad Manchester is, net als haar inwoners, vrij lelijk. De stad inspireerde Friedrich Engels om het Communistisch manifest te schrijven, en je snapt eigenlijk best waarom. Maar wat het mist aan elegantie, maakt het goed aan hartelijkheid. Bij BNR mogen we geen muziek draaien, maar we mogen er wel over praten. Na zestien jaar trad Oasis voor het eerst weer op, en dat mensen daar zin in hadden, is een understatement. Deze tour wordt het meest lucratieve muziekevenement ooit. Direct riepen mensen dat ze het alleen maar voor het geld doen. Dat zal best zo zijn, maar ik werk in principe ook alleen maar voor het geld. Maar dat betekent niet dat ik het niet mijn stinkende best doe. Op het veld in Heaton Park raakten we aan de praat met allerlei mensen. Ze vonden het supergaaf dat een stelletje Hollanders liever naar Manchester kwam dan de optredens later in Londen. De een had in de doorverkoop nog meer betaald voor het ticket dan de ander. 300 pond, 500 pond, 2000 pond. En wat had ik dan betaald? Ik durfde het eigenlijk niet te zeggen. Vandaag twee maanden geleden ben ik getrouwd, en als verrassing kreeg ik van mijn dierbaarste vrienden dit weekendje Oasis.Tijdens de twee uur durende show werd er vanaf het eerste tot het laatste lied enthousiast meegezongen, en toen kwam de toegift. Don’t Look Back in Anger, Wonderwall en Champagne Supernova, 80.000 man, uit volle borst alsof hun leven er vanaf hing. Ik krijg weer kippenvel als ik eraan denk. Sprakeloos liepen we het veld af, we in een grote menigte naar de stad. Wat hebben we net meegemaakt? Ik weet het nog steeds niet, maar ik weet wel dat ik het nooit ga vergeten. Dit is een column van Julian Verbeek.See omnystudio.com/listener for privacy information.

22 mei '25
Eindexamenstress
Na dit weekend zijn de eindexamens voorbij, en voor je het weet wordt het straatbeeld opgefleurd met vlaggen en schooltassen. Voor pubers een periode van blokken, op het juiste moment te pieken, om daarna al die opgedane kennis zo snel mogelijk weg te spoelen in Albufeira. Eindexamens zijn de eerste prestatiemijlpaal in een volwassen leven. Veel mensen houden er een leven lang nachtmerries aan over. En als ik kijk naar collega’s met kinderen die examen doen, is de spanning ook in de tweedegraad voor sommigen al bijna te veel. In een tijd waar zoveel verandert, vind ik het een geruststellende gedachte dat de meeste examens nog steeds op papier worden afgenomen. Die grote gekke vellen, met van dat rare gladde papier, die je naderhand mee naar huis mag nemen. En zo bladerde ik op een avond in 2009 met mijn vader door mijn VWO-examen biologie. Vraag voor vraag probeerden we vast te stellen hoe goed het ongeveer was gegaan. Tot we bij vragen kwamen, die mij wel heel onbekend voorkwamen. Om niet te zeggen: ik had ze nog nooit gezien. Hoe het ook was gekomen, Joost mag het weten, maar ik had een heel vel van het examen helemaal niet gemaakt. Hoe stom had ik kunnen zijn, ik zag mijn leven aan me voorbij flitsen. Ook nog biologie, het vak dat ik na de zomer aan de UvA zou gaan studeren. Niet getreurd. Dit is niet het verhaal waarin ik vertel hoe ik zonder diploma bij BNR als schoonmaker ben opgeklommen tot columnist. Ondanks deze flater kon ik een prima voldoende overleggen. Deze episode heeft zich gelukkig niet ontwikkeld tot een trauma, eigenlijk zelfs in tegendeel. Ik herinner me de examentijd als weliswaar spannend, maar ook heel vrolijk. Voor het eerst werd voor mij het verband duidelijk tussen mijn eigen inspanning en een resultaat. Nou ja dat, maar misschien was het ook gewoon vanwege die examenfeestjes extreem lange zomervakanties. Dit is een column van Julian Verbeek.See omnystudio.com/listener for privacy information.

16 mei '25
Das mien merk!
Ik weet niet wat jij dit weekend gedaan hebt, maar ik was op een Tractor Pulling festival. Een Noord-Hollands weiland, heerlijk zonnetje en een paar compleet opgevoerde trekkers met een enorm kabaal een kar zover mogelijk vooruit kunnen trekken. Voor geluk is helemaal niet zoveel nodig. Maar ik was daar niet zomaar. Niet voor een diepte-interview met Caroline van der Plas, maar voor een vrijgezellenfeest. Die van mijzelf, welteverstaan. Al van kinds af aan vind ik trekkers prachtig. En zoals het met echte liefde gaat, blijft dat je hele leven. Het meest tot de verbeelding sprekende trekkermerk is John Deere. Ik had ooit een John Deere-petje, om mijn vrienden in Amsterdam te laten zien wat voor connaisseur ik was. Ik droeg het overal naartoe, op straat, Lowlands, Wintersport, maar telkens als ik in aanraking kwam met echte kenners kreeg ik het volgende commentaar: leuk petje, matige trekkers, alleen maar plastic. Wil je echt laten weten dat je verstand van hebt, kies dan voor het merk Fendt. En zo liep ik op mijn eigen vrijgezellenfeest met een Fendt-petje met matchend t-shirt uit de fanshop. En hoezeer ik mijn best ook deed, ik viel toch door de mand. Als ervaren festivalbezoeker had ik braaf een stapeltje gemaakt van mijn lege plastic bekers, dat is handig voor het statiegeld. ‘Wat wil je daarmee doen’, vroeg een man me. ‘Denk je dat je daar hier een zakje snoep voor krijgt?’ Ik kreeg een joviale klap op mijn schouders. Het verbod op single-use plastics heeft dit hoekje van de economie nog niet bereikt. Een vrouw lachte vriendelijk mee, ze droeg een t-shirt met de tekst: i't’s a good day to burn some diesel'. Het was een prachtig weekend. Al helemaal als je bedenkt dat ik ook in een piemelpak door Krakau had kunnen lopen. In een weekend mijn drie grootste liefdes samen: mijn verloofde, mijn allerbeste vrienden, en de trekker. See omnystudio.com/listener for privacy information.

9 mei '25
Tjoek tjoek
Men zegt dat je het fatsoen van een samenleving kan aflezen aan hoe men met haar gevangenen om gaat. Daar zou ik aan willen toevoegen dat de behandeling van de treinreiziger misschien nog wel meer zegt. Je kan een hoop zeggen over de gevangenis, maar je weet in ieder geval precies wanneer je weer thuis bent. Ik was ooit in Rome, waar in het bushokje de vertrektijden als volgt werden omschreven: tussen 6 uur ’s ochtends en middernacht rijden er bussen. Misschien niet de meest ambitieuze dienstregeling, maar ik ben wel lekker op het verwachtingsmanagement. Ik vermijd in de trein altijd de stiltecoupé. Niet omdat ik super tolerant ben voor luidruchtige, irritante en onfatsoenlijke medereizigers. Maar omdat het juist stiltecoupé gekmakend is als iemand hardop TikTok-filmpjes kijkt. Er zijn allerlei argumenten waaruit zou blijken dat het wel meevalt met onze treinen. Het Nederlandse spoornet is heel fijnmazig, treinen rijden hier veel vaker dan in andere landen. Een collega beweerde vanmiddag zelfs dat het Nederlandse spoor na dat van Japan en Zwitserland het beste ter wereld is. Dat zal allemaal heus wel kloppen. Maar als ik hier aan de overkant naar het Amstelstation loop, heb ik niet het gevoel alsof ik binnenval bij een wedstrijd in de Champions League. De trein staat voor mij symbool voor de staat van de publieke diensten in ons land. Natuurlijk, het niveau is een stuk hoger dan dat van Burkina Faso, om iets te noemen. Maar beter worden ze niet. Hooguit wordt binnen de grenzen van het redelijke toegestaan dat alles langzaam slechter wordt. Terwijl het toch ook super vet is om de uitdagingen zoals de energietransitie aan te pakken. Maar daar heb je ambitieuze en capabele mensen voor nodig in Den Haag. In plaats van dat zooitje ongeregeld dat wij daar nu hebben zitten. Die zijn – excusez le mot – het spoor bijster.See omnystudio.com/listener for privacy information.

2 mei '25
Mensen willen dat alles blijft zoals het is
De laatste tijd hoor ik vaak: wat een zooi in de wereld, die column van jou die schrijft zichzelf zeker. En inderdaad, aan onderwerpen geen gebrek, maar soms vraag ik mezelf weleens af: tja wat zal ik er eens over zeggen, mensen vinden toch al wat zij vinden. Onze filterbubbels sluiten ons geestelijk bijna hermetisch van elkaar af. Toch zie ik dingen waaruit blijkt dat de echte wereld in sommige gevallen nog steeds bij ons binnenkomt. De Canadezen waren lange tijd op weg om een tegen Trump aanschurkende conservatief te kiezen als premier. In januari had hij volgens The Economist een winkans van 96%. Tot de echte Trump in de VS begon met importheffingen en fantasieën over annexatie van Canada. Toen werd het vooruitzicht van een Trump-LARPende Jordan Peterson-fan als premier ineens een stuk minder aantrekkelijk. En zo wonnen maandag niet de Conservatieve, maar de doodsaaie Liberale partij de verkiezingen. Nadat JD Vance in München het nieuwe Amerikaanse standpunt ten aanzien van Europa bekendmaakte, namelijk: ‘zoek het ff lekker uit’, ging er een schokgolf over het continent. Maar wonderlijk genoeg begonnen Vances-geestverwanten in Europa te dalen in de peilingen. Veiligheid is zoiets fundamenteels, tegen dat gevoel is geen social media echo-kamer opgewassen. Mensen lijden aan de normalcy bias: het gevoel dat alles toch wel zal blijven zoals het is. Talloze mensen hebben het leven gelaten omdat zij bij alarm voor vulkaanuitbarstingen, noodweer of geweld, pas veel te laat een schuilkelder opzochten. We willen het eerst zien, en dan geloven we het pas. Ik maak mij geen enkele illusies maak over mijn eigen invloed, maar als een columnist al een nut heeft, is het om dingen in een verfrissend perspectief te zetten. Want als je de mens echt van mening wil laten veranderen, dan moet je inflatie of een oorlog veroorzaken. En dat gaat mij voorlopig nog niet lukken. Dit is een column van Julian VerbeekSee omnystudio.com/listener for privacy information.